Als er weinig wind was
viel vooral de lucht op
van het hertenkamp
bijna even zwaar
als de stank van de pisbak
waar je niet mocht komen
gewaarschuwd voor snoep
van onbekende mannen.
Je was op je hoede voor
die oude vrouw of liever
voor de kwijlende mongool
die ze dagelijks uitliet.
Onbezorgd als een eend
wilde je over
de vijvers glijden.
Je had geen idee van snoeken
van zwerfhonden
van mensen die in de bosjes scheten
van kinderen die
vliegen vleugels uittrokken
kikkers opbliezen
elkaar de ogen uitstaken
vliegende stadsratten voerden
al dat gefladder, al die dreigende ziekten.
En steeds weer hoopte je
op zomeravonden en meisjes
altijd weer meisjes
romantiek op een bankje
in het concurrerend aroma
van pisbak en hertenkamp.
In: Kees Klok - Hoe de wereld zich zou openen. Gedichten. Bordeauxreeks 14, Uitgeverij Liverse 2012.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten