Er zijn van die dingen waaraan ik nooit hoop te beginnen. Ballonvaren, bijvoorbeeld. Van de gedachte alleen al krijg ik nachtmerries. Een paar honderd meter boven de aarde zweven in zo'n mand, afhankelijk van de wind. Ik hoor van mensen die het weleens hebben gewaagd dat het geweldig moet zijn. Ik hoef dat soort geweldigheid niet.
Het is minstens twintig jaar geleden dat ik op de toren van de Grote Kerk ben geweest. Dan moet je die vermoeiende wenteltrap op, dat zie ik mezelf niet meer doen. Bovendien is mijn hoogtevrees in de loop der jaren alleen maar toegenomen. Ik geniet daarom wel van het uitzicht op Dordt door middel van foto's.
Als de mens voor de hoogte was bestemd, had de evolutie hem wel vleugels gegeven. Ik kan me niet meer voorstellen dat ik ooit op het dak van het World Trade Centre in New York heb gestaan en het is uitgesloten dat ik mij in een woontoren vestig. Ik heb het al eens geschreven: Rotterdam, met al die hoge gebouwen, is mij een gruwel. Ik hoop dat Dordrecht nooit tot dat soort griezelige architectuur zal vervallen, al toont het verleden dat ons stadsbestuur er ook wat van kon als het om verkeerd uitvallende besluiten ging.
Wat de nabije toekomst betreft ben ik niet helemaal gerust. De wens om de stad te laten groeien tot 140.000 inwoners wantrouw ik. Ik vrees de zoveelste aanval van megalomanie. Het zou nodig zijn 'om de voorzieningen op peil te houden', maar het lijkt mij meer iets uit de koker van overambitieuze beleidsambtenaren en handenwrijvende projectontwikkelaars.
Onlangs trad ik op bij een plaatselijke boekenbeurs. Ik las een aantal van mijn gedichten over Dordrecht. Verzen die deels zijn geïnspireerd door het werk van de schilder Willem Witsen. Die kwam af en toe naar Dordt, waar hij al schetsend met een bootje door de havens voer. Hij was lang niet de enige. Dordrecht is vele malen getekend en geschilderd. Daardoor weten we hoe de stad eruit zag voor zij langzamerhand uit haar krachten begon te groeien. Terug willen naar die tijd is natuurlijk onzin, maar er zijn wel grenzen aan de groei. Laten we die maar eens gaan stellen.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten