Moeten we dat nu willen, nog eens 20.000 inwoners erbij op ons toch al zo veel te dichtbevolkte eiland? De Boven Ons Gestelde Autoriteiten vinden van wel. Ze rekenen ons voor dat dat goed is voor het behoud van allerlei voorzieningen en dat de stad daarom gebaat is bij groei. Ik weet het niet. Ooit zei een wethouder van onderwijs tijdens een vergadering over een fusie van middelbare scholen, waar wij als docenten mordicus tegen waren: 'Over drie jaar heeft de nieuwe scholengemeenschap zo'n negenhonderd leerlingen.' Onze mavo had er op dat ogenblik zo'n vijfhonderd. Er kwamen drie honderd zieltjes bij door die fusie. Drie jaar later stond de boel op instorten, want er waren nog maar zo'n tweehonderdvijftig leerlingen over.
Ik ben dus niet zo onder de indruk van de voorspellende waarde van politici. Tenslotte is het zelfs voor ons historici al onmogelijk om de toekomst te voorspellen. Ja, dat het binnenkort weer eens ergens goed misgaat, kunnen we wel met zekerheid zeggen, maar dat ligt meer aan het kennelijke onvermogen van de mens om ook maar enige lering te trekken uit het verleden dan aan de vooruitziende blik der geschiedkundigen. Dat klinkt mooi: 'vooruitziende blik der geschiedkundigen'. Lijkt een beetje op een oxymoron.
Toen ik vanmorgen wakker werd en de gordijnen opende, hing er mist boven mijn eiland. Nu, net na het middaguur, is het nog steeds een beetje nevelig. Ik vind dat wel mooi. Mist onttrekt veel lelijkheid aan het oog, al die dozen op die deels overbodige bedrijfsterreinen, die onze gemeente in de loop der jaren heeft laten aanleggen, om maar eens iets te noemen. Daar werd ook veel over voorspeld. Nu moet een tsunami van nieuwe inwoners de stad redden, lijkt het. Ik hoop dat het in de toekomst nog heel veel gaat misten.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten