Hij hoort dat er weer een zelfverklaarde messias is opgestaan. Dat is een soort natuurverschijnsel dat van tijd tot tijd optreedt. Was die jongen uit Nazareth, een van de bekendste, slechts de zoon van een eenvoudige timmerman met een jongere vrouw, deze is een rijkeluiszoontje. Het kind van een beruchte huisjesmelker. Warnaar denkt dat hij daarom niet hoeft te werken en uit verveling is uitgegroeid tot de Oppervolksmenner van het clubje populistische pubers dat de waarheid over covid-19 in pacht denkt te hebben.
Steeds weer weten halfgare koekenbakkers als Lou de Palingboer (en zijn vrouw Mien) en nu Willem Engel, een schare verblinde volgelingen te verzamelen. Warnaar noemt die lijders aan het rattenvangersyndroom. Hij heeft nooit zo geloofd in de spreekwoordelijke nuchterheid van 'de Nederlander', die sowieso niet bestaat, maar dat er altijd weer mensen zijn die juichend achter een Pim Fortuyn, zo iemand als Tutje Baudet (door Maarten van Rossem terecht respectievelijk 'de kale verlosser' en 'een fop-intellectueel' genoemd) of voornoemde Engel aanlopen, verbaast hem toch wel.
Onlangs overleed de schrijver Maarten Biesheuvel. Die dacht dat zijn vriend Karel van het Reve ('mijn geleerde broer', aldus Gerard Reve) God was. Biesheuvel werd regelmatig opgesloten in een gekkenhuis. Het kan best zijn dat hij gelijk had, of anders vindt hij Maarten van Rossem ook wel een goede kandidaat.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten