maandag, oktober 03, 2022

Met trein, boot en trein




Lieve Stella,


Lang geleden, toen ik als jongen voor het eerst een vliegtuig naar Engeland nam, dat was in 1966, ik wist niet wat me overkwam, was het Engelse pond ongeveer twaalf gulden waard, ongeveer vijf euro en vijfenveertig cent. Nu is het ding geloof ik één op één met de euro. In die jaren stelde het Verenigd Koninkrijk als wereldmacht niet zoveel meer voor, maar het was nog invloedrijk genoeg voor Charles de Gaulle om de deur naar het lidmaatschap van wat toen de EEG, de Europese Economische Gemeenschap, heette, dicht te houden voor de Britten. De Franse president was beducht voor toenemende Amerikaanse invloed op Europa, via de 'speciale relatie' die het VK met de VS onderhield. Drie jaar nadat ik in het vrachtvliegtuig met passagiersaccommodatie stapte, op het vliegveld Zestienhoven, trad De Gaulle af. Een jaar later overleed hij, maar het zou nog tot 1973 duren voordat de Britten zich bij Europa voegden. 


Na meer dan vier decennia vonden ze het welletjes en stapten ze weer uit de EU. Zou die waardedaling van het pond er iets mee te maken hebben? Ik ben geen econoom, gelukkig niet, en aan toekomstvoorspellen waag ik me liever niet, maar dat het niet goed gaat met dat prachtland aan de overkant van de Noordzee, is wel duidelijk. Dat het op het wereldtoneel ook nog maar weinig voorstelt ook, ondanks alle pomp and ceremony bij de uitvaart van koningin Elizabeth II en het feit dat haar opvolger, Charles III, ook nog koning is over een handvol andere landen dan de Britse eilanden, zoals, bijvoorbeeld, Canada, Australië en Tuvalu. Zou dat leuk zijn, koning van Tuvalu? Volgens Wikipedia hebben ze daar de Tuvalu dollar, gekoppeld aan de Australische dollar. Ze schijnen alleen munten te hebben, geen bankbiljetten. Wat voor kop zou er op zo'n munt staan? Wikipedia weet alles, denken sommige mensen, maar daarover kon ik geen uitsluitsel vinden. Ik heb er eerlijk gezegd ook niet lang naar gezocht. Ik ben tenslotte geen koning van Tuvalu.


Dat vliegtuig.... ik heb geen idee wat voor type het was, maar het had, zeg maar, een dikke kop, propellers, een cabine voor acht passagiers, als ik het me goed herinner, en het was traag. Ik geloof dat we over het stukje Rotterdam-Manchester ruim anderhalf uur deden. Tegen de tijd dat we boven Manchester cirkelden, op zoek naar een landingsbaan, was de zon reeds onder gegaan en baadde de stad in kunstlicht. Ik vond het geweldig om te zien, maar was toch blij het benauwde ding te kunnen verlaten na al die tijd hotsen en botsen vanwege de turbulentie. Eenmaal in Engeland werd ik opgehaald door mijn oom en tante, in ooms toen al enigszins bejaarde Vauxhall, die toch nog ruim twintig jaar dienst zou doen, terwijl hij allesbehalve conservatief was en Labour stemde. 


Ik ben niet zo van het vliegtuig, liever neem ik de boot, maar soms kun je niet anders. Onlangs, ik heb het je geschreven, was ik even op Skyros. Met het vliegtuig, wat me een reis met trein, bus en boot van twee dagen scheelde. Dat doe je niet voor een lang weekend. Naar Griekenland neem ik altijd, met gepaste tegenzin, het vliegtuig, want ik ga in mijn uppie, met al mijn bagage, echt niet drie dagen Europa door in een trein, wanneer ik er binnen ruim twee uur kan zijn. Als ik het gedoe op dat verschrikkelijke Schiphol en de treinrit vanuit Dordt voor het gemak even vergeet. Die gepaste tegenzin heeft overigens meer te maken met het gedwongen opgepropt zitten tussen allerlei mensen waar je in het dagelijks leven liever niets mee te maken wil hebben dan met het milieu. Het overkomt me zelden dat ik in een vliegtuig naast iemand terechtkom met wie je een normaal gesprek kunt voeren. Als ik ruim in mijn geld zat, vloog ik alleen nog maar zakenklasse, dan zit je in elk geval iets ruimer en krijg je je drank in een echt glas. 


Als wij vroeger naar Engeland gingen, we hebben dat verschillende keren gedaan, namen we de auto mee op de boot, behalve als het reisdoel Londen was, daar hadden we met de auto niks te zoeken. Rijden aan de verkeerde kan van de weg, met het stuur aan de verkeerde kant van de wagen. Dat links rijden, tja, ook zo'n Groot-Britse eigenaardigheid. Aan de Engelsen hebben ze het te danken dat ze in Suriname links rijden. Die zaten daar even in de tijd van Napoleon. Ook op Cyprus rijden ze links, eveneens de schuld van de Engelsen, maar ach, als iedereen het doet, went het snel. Ik heb het eigenlijk maar één keer meegemaakt dat ik me in het Engelse verkeer vergiste. Ik logeerde bij oom en tante en moest een boodschap doen, iets halen bij de apotheker, Mr. Jolly, in de Highstreet. Ik nam tantes vooroorlogse omafiets, meegenomen uit het vaderland, maar vergat even waar ik was. Gelukkig had de naderende buschauffeur het tijdig door. Net voor de coronatijd ging ik op bezoek bij neef Brian, die nog steeds in dat dorp woont. Ik zag dat Mr. Jolly nog altijd zijn apotheek heeft in de Highstreet. Iets ouder geworden, dat wel, maar al decennia lang tussen de poeders en pillen.


De laatste keer dat ik naar Engeland ging, reisde ik met trein, boot en trein. Althans dat dacht ik, want om in Hoek van Holland te komen, moest ik vanuit Schiedam ineens onverwacht in een Rotterdamse stadsbus. De treinverbinding tussen Rotterdam en Hoek van Holland bleek opgeheven en de metrolijn, die allang in gebruik had moeten zijn, kampte met allerlei problemen. Die bus reed wel in één keer door naar de veerboot, maar had geen enkele accommodatie voor bagage (veel mensen met koffers en tassen) en geen veiligheidsriemen, terwijl het toch met negentig/tachtig kilometer per uur over de snelweg ging. Niet lullen, maar poetsen zullen ze bij de RET hebben gedacht. De overtocht was prima. Heerlijk diner aan boord, goede whisky, mooie hut, alleen moesten we vroeg op en van boord. In Harwich was de kaartjesautomaat op het station kapot, dus werd het even zwartrijden tot het volgende station, waar wonder boven wonder een loket was met een meneer die me meteen ook maar de kaartjes voor de terugreis verkocht. 


Zo kwam ik na enig overstappen via Manningtree en Ipswich terecht in Cambridge, waar ik op bezoek ging bij een nichtje dat daar aan haar proefschrift in de geschiedenis werkte. Cambridge, waar wij samen ook weleens zijn geweest, met die fraaie colleges. 's Avonds dronken we wat in de beroemde studentenpub The Eagle. Ze vertelde dat ze onlangs het vliegtuig had genomen van Schiphol naar het nabije Stanstead. Een vlucht van een half uur, voor een vijfde van wat ik had betaald voor mijn reis. Binnenkort wil ik weer eens een keer naar Cambridge. Met de huidige stand van het pond kan ik me die 'dure' trein- en zeereis voorlopig nog wel veroorloven.


In gedachten, altijd,


Kees


Thessaloniki, 3 oktober 2022.


Foto: auteur


Geen opmerkingen: