woensdag, september 05, 2012

Aan het eind van Nederland


Ik zit in het gastenverblijf van het landgoed van vrienden in Drenthe. Voor mij manshoge hagen, overal bloemen en geen mens in beeld. Je zou er zo als Adam en Eva willen rondlopen, maar het is vijftien graden en voorlopig zit ik in een trui. Een vliegtuig trekt een condensstreep aan de hemel. Het komt uit Duitsland, hier vlakbij. Aan de andere kant van het veen dat de Hondsrug scheidt van de grens. Het veen. Een troosteloze, bijna boomloze vlakte, waar zonderlingen lustmoorden plegen op eenzaam fietsende meisjes, zoals een paar jaar geleden in Tweede Exloërmond.

Ik probeer Radio-1 te vinden op het toestel dat bij het verblijf is bijgeleverd, maar het enige station dat ik ontvang is een onbekende, commerciële zender met nieuws op Telegraafniveau. De toon van de presentatoren, die zichzelf graag horen, maar bitter weinig te melden hebben, is die van de borreltafel tegen sluitingstijd. De muziek is niet om aan te horen. Wie daar wil adverteren moet zich laten behandelen. Ik zet het ding al snel weer af en hoop op een spoedig herstel van de zendmast in Hogersmilde. Er schiet een veldmuis over het terras. Dapper met al die roofvogels in de buurt.

Ik ben hier gisteravond aangekomen. Per trein naar Emmen, waar ik ondanks alle bouwputten (Rotterdam, Utrecht, Zwolle) stipt op tijd arriveerde. Emmen ligt aan het einde van de spoorlijn. Bijna aan het eind van Nederland. Twee keer per uur vertrekt er een trein uit Zwolle. Een boemeltrein en een 'sneltrein' die twee molshopen overslaat. Geen wonder dat het Noorder Dierenpark wegkwijnt met zo'n puike verbinding. Er wordt gereden met verwaarloosd materiaal dat kraakt, rammelt en er haveloos uitziet, van buiten en van binnen. Ook in de eerste klas heb je het idee ergens diep in de Derde Wereld te reizen. Ieder ogenblik kan er een onverstaanbare inboorling instappen met een geit, of met een bundel spartelende kippen. De conducteur is voorkomend en beleefd. Ik versta hem. Bij het station wachtten mijn vrienden om mij naar het landgoed te rijden. Dat is niet per openbaar vervoer te bereiken. Alleen te voet of per landauer. De landauer heet tegenwoordig peugeot.

Op het landgoed drinken wij die avond zelfgeproduceerde cider. Op een ruim terras, omzoomd met kruiden. Het is er vooral stil. Er lopen schapen. Levende grasmaaiers, gehuurd van een bevriende boer. Ik verneem dat het dorscafé failliet is, dat die en die zich onder invloed hebben doodgereden en dat mijn vrienden zich hebben gestort in de lokale politiek. Een pyromaan houdt al enige tijd de gemoederen bezig. Terwijl de avond valt worden toebereidselen gemaakt voor het diner. In de verte zie ik een meisje fietsen. Ik hoop dat ze niet op weg is naar Tweede Exloërmond.

©Kees Klok



Geen opmerkingen: