Ik zit in
het gastenverblijf van het landgoed van vrienden in Drenthe. Voor mij
manshoge hagen, overal bloemen en geen mens in beeld. Je zou er zo
als Adam en Eva willen rondlopen, maar het is vijftien graden en
voorlopig zit ik in een trui. Een vliegtuig trekt een condensstreep
aan de hemel. Het komt uit Duitsland, hier vlakbij. Aan de andere
kant van het veen dat de Hondsrug scheidt van de grens. Het veen. Een
troosteloze, bijna boomloze vlakte, waar zonderlingen lustmoorden
plegen op eenzaam fietsende meisjes, zoals een paar jaar geleden in
Tweede Exloërmond.
Ik probeer
Radio-1 te vinden op het toestel dat bij het verblijf is bijgeleverd,
maar het enige station dat ik ontvang is een onbekende, commerciële
zender met nieuws op Telegraafniveau. De toon van de presentatoren,
die zichzelf graag horen, maar bitter weinig te melden hebben, is die
van de borreltafel tegen sluitingstijd. De muziek is niet om aan te
horen. Wie daar wil adverteren moet zich laten behandelen. Ik zet het
ding al snel weer af en hoop op een spoedig herstel van de
zendmast in Hogersmilde. Er schiet een veldmuis over het terras.
Dapper met al die roofvogels in de buurt.
Ik ben hier
gisteravond aangekomen. Per trein naar Emmen, waar ik ondanks alle
bouwputten (Rotterdam, Utrecht, Zwolle) stipt op tijd arriveerde.
Emmen ligt aan het einde van de spoorlijn. Bijna aan het eind van
Nederland. Twee keer per uur vertrekt er een trein uit Zwolle. Een
boemeltrein en een 'sneltrein' die twee molshopen overslaat. Geen
wonder dat het Noorder Dierenpark wegkwijnt met zo'n puike
verbinding. Er wordt gereden met verwaarloosd materiaal dat kraakt,
rammelt en er haveloos uitziet, van buiten en van binnen. Ook in de
eerste klas heb je het idee ergens diep in de Derde Wereld te reizen.
Ieder ogenblik kan er een onverstaanbare inboorling instappen met een
geit, of met een bundel spartelende kippen. De conducteur is
voorkomend en beleefd. Ik versta hem. Bij het station wachtten mijn
vrienden om mij naar het landgoed te rijden. Dat is niet per openbaar
vervoer te bereiken. Alleen te voet of per landauer. De landauer heet
tegenwoordig peugeot.
Op het
landgoed drinken wij die avond zelfgeproduceerde cider. Op een ruim
terras, omzoomd met kruiden. Het is er vooral stil. Er lopen schapen.
Levende grasmaaiers, gehuurd van een bevriende boer. Ik verneem dat
het dorscafé
failliet is, dat die en die zich onder invloed hebben doodgereden en
dat mijn vrienden zich hebben gestort in de lokale politiek. Een
pyromaan houdt al enige tijd de gemoederen bezig. Terwijl de avond
valt worden toebereidselen gemaakt voor het diner. In de verte zie ik
een meisje fietsen. Ik hoop dat ze niet op weg is naar Tweede
Exloërmond.
©Kees
Klok
Geen opmerkingen:
Een reactie posten