zaterdag, september 15, 2012

Nader tot U


Als ik op reis ga, gaat er altijd een boek van Gerard Reve mee. 'Zonder Reve geen leve,' zeg ik altijd maar. Misschien wel de geniaalste schrijver van het naoorlogse Nederland, maar zoals vaker het geval is, grenst bij Reve genialiteit aan krankzinnigheid. Dat lees je in het boek Ons leven met Reve van Teigetje en Woelrat. Teder, eerlijk, ontroerend en ontluisterend. Veel van wat al bekend was over het leven van de man die ik weleens schertsend 'oom Reve' noem, wordt vanuit een ander gezichtspunt beschreven dan we gewend zijn en nu en dan voegen zij nog onbekende feiten toe. Reve komt uit het boek tevoorschijn als een oom die je liever niet op je familiefeestje vraagt, waar je toch geweldig tegenop ziet en die je ondanks zijn grillige gedrag lief hebt. Als je het einde van het boek leest, begrijp je waarom Joop Schafthuizen, alias Matroos Vosch, 'een ongeletterde jongen,' aldus Reve, alles in het werk stelt om publicatie van deel drie van de Reve-biografie van Nop Maas te voorkomen. Een streven waarin hij tot mijn onuitsprekelijk genoegen door de rechtbank werd gedwarsboomd.

Het leven van een schrijver is soms even fascinerend als zijn of haar boeken. Bij Dickens is dat het geval, bij LĂ©autaud (al valt dat leven heel erg samen met zijn boeken) en beslist ook bij Reve. We mogen daarom dankbaar zijn voor al die prachtige brievenboeken, maar Reve schrijft ook in zijn brieven fictie (autobiografische fictie noemt L.H. Wiener dat, als ik mij niet vergis) en in 'autobiografische fictie' is de waarheid – terecht – van ondergeschikt belang. In hoeverre Teigetje en Woelrat 'autobiografische fictie' schrijven, zal blijken als deel drie van de Revebiografie van Nop Maas eerstdaags verschijnt. Het boek zou al lang zijn gepubliceerd als Joop Schafthuizen er niet was geweest. Vroeger was het in India de gewoonte dat bij de crematie van een overledene zijn weduwe ook in het vuur werd geworpen. Sommige schrijversbiografen zouden graag zien dat zoiets gebeurde met de weduwen van Nederlandse auteurs, zoals Mieke Vestdijk en Joop Schafthuizen, om maar twee notoire lastpakken te noemen. Ik ken ook schrijversweduwen van geheel andere snit en ik vind de Indiase oplossing net iets te ver gaan, maar ik kan mijn goede vriend T., een zeer geletterde jongen, in tegenstelling tot Matroos Vosch, wel begrijpen. Ooit schreef Reve een brief aan de koninklijke luchtmacht met de vraag of deze zo goed wilde zijn om het huis van de schrijver Theun de Vries voor hem te bombarderen. T. zag graag de woning van Matroos Vosch in Machelen gebombardeerd, maar waar kon je het adres van de Belgische luchtmacht vinden?

In april 2007 stond ik met Stella voor Huize Het Gras in Greonterp. We waren op Reve-bedevaart. Een vriendelijke Fries, van wie wij maar al te graag aannamen dat hij ooit buurman was van Reve, nam een foto van ons voor het kapelletje waarbij Reve ooit begraven wilde worden. Een wens die niet is gehonoreerd. Teigetje en Woelrat merken dat op aan het begin van hun boek, als ze aan de groeve van Reve staan, na de teraardebestelling in Machelen, waarvoor ze niet eens door Schafthuizen waren uitgenodigd. Toen Stella en ik daar in het stille, vredige Greonterp stonden, op die prachtige voorjaarsmiddag, moesten we denken aan het einde van een VPRO-documentaire over Reve, waarin een fanfare op diezelfde plaats het lied Nader tot U speelde. Niets wees erop dat Stella acht maanden later aan maagkanker zou overlijden. Nader tot u gaat mee op de volgende reis.

©Kees Klok


2 opmerkingen:

Anoniem zei

Geweldige blog, meneer Klok. Tot mijn schaamte moet ik bekennen dat ik niet erg bekend ben met het werk van Reve, maar deze blog wakkert bij mij het verlangen aan om 'iets geletterder te worden'. Ik ben trots dat ik door u in het prachtige vak geschiedenis ben onderwezen. Met vriendelijke groet Daan van Rossum

Kees Klok zei

Tip, Daan, begin met 'Op weg naar het einde.' En dan de rest. Heb je voor de komende jaren heerlijk leesvoer.