woensdag, september 12, 2012

Vijftig seconden voor twaalf


Het Algemeen Dagblad meldt dat Chrissi Afghi, de Griekse nazi-partij, die tot mijn verbazing nog steeds niet is verboden, de derde van het land zou worden, als er nu verkiezingen zouden zijn. Ik heb geen idee uit welke bron die informatie komt en ik weet uit ruime ervaring dat kranten soms maar wat schrijven, maar gerust ben ik er niet op. Ik laat het stuk op mij inwerken, ongeveer zoals ik kijk naar een vochtplek op het plafond. Ik wil nog even niet geloven aan lekkage, met alle ellende van dien. Het Griekse volk, dat vanaf midden jaren '90 tot 2009 een periode van stijgende welvaart doormaakte, beleeft nu een ongekende economische ineenstorting, die een sociale aardbeving veroorzaakt, waardoor de hele samenleving in een chaos dreigt te veranderen. Dat kan onvoorstelbare consequenties hebben. Van 1946 tot 1949 beleefde Griekenland een gruwelijke burgeroorlog, die nog steeds niet helemaal is verwerkt, mede doordat oude wonden weer werden opengereten tijdens het kolonelsregiem van 1967 tot 1974. Het uiteenvallen van Joegoslaviƫ leert ons dat oud zeer, historische ressentimenten die als een veenbrand smeulen, ineens kunnen opflakkeren tot een uitslaande brand die de samenleving kan verwoesten. De economische toestand in het Joegoslaviƫ van voor het uiteenvallen was rooskleuriger dan die in het Griekenland van nu.

Waar gevoelens de boventoon voeren in plaats van het verstand, gevoelens van wanhoop, radeloosheid en boosheid, is een radicalisering welhaast onvermijdelijk. In Griekenland dreigt het gevaar dat de oude, diepe tegenstelling tussen links en rechts, die teruggaat op politieke ontwikkelingen tijdens en net na de Eerste Wereldoorlog, zich verscherpt tot die tussen nazi's en fanatiek links. In de opkomst van de nazi's en in het blinde verzet van de linkse vakbonden tegen iedere vorm van economische hervorming, klinken echo's uit de burgeroorlog door. Als dat zich doorzet is het wachten op een nieuw begin van de politieke moorden waarvan de moderne Griekse geschiedenis doortrokken is. Gaan we het beleven dat de Lambrakisstraat*, om de hoek bij mij in Thessaloniki, omgedoopt wordt in de Pattakosstraat, naar een van de leiders van het kolonelsbewind, of in de Zachariadisstraat, naar de leider van de communisten in de burgeroorlog? Het klinkt onwaarschijnlijk, maar minder onwaarschijnlijk dan drie jaar geleden.

De democratie zoals wij die voorstaan, heeft in Griekenland in feite pas een kans gekregen na de val van het kolonelsbewind. Om deze prille democratische ontwikkeling een kans te geven, werd Athene in 1981 toegelaten tot de EG (wat nu de EU is). Door zijn afwijkende culturele en politieke geschiedenis, is Griekenland in de Europese familie altijd een buitenbeentje gebleven. Vaak een dwarsliggend buitenbeentje, maar evenzeer een waardevol lid, dat Europa, misschien iets minder in moderne tijden, maar zeker in vroegere fasen van de geschiedenis, veel geestelijke en culturele rijkdom heeft geschonken. Toch twee Nobelprijswinnaars voor literatuur in de 20e eeuw. Daar kunnen we in Nederland een voorbeeld aan nemen. De Griekse plagerij van 'toen wij al marmeren beelden en paleizen maakten, zaten jullie nog in de bomen noten te eten,' mag dan sterk overtrokken zijn, feit is dat de Europese beschaving veel aan de Grieken te danken heeft.

Om Griekenland te begrijpen moet je kennis hebben van en inzicht in de moderne geschiedenis van het land, vanaf de onafhankelijkheidsstrijd, begin 19e eeuw. Steeds weer blijkt dat het de Europese politici daar aan ontbreekt. Ze behandelen Griekenland als het achterlijke broertje, dat ook nog eens ADHD heeft, en met de bullepees in het gareel moet worden gedreven. Zo'n behandeling krenkt ieder volk tot op het bot. Vrijwel geen enkele Europese politicus beseft, of wil beseffen, dat de Grieken vanaf het allereerste begin van de noodhulp nooit aan de onmogelijke eisen van EU en IMF hebben kunnen voldoen. Eisen die, door velen voorspeld en uitgekomen, de ineenstorting van de economie en daaruit volgende maatschappelijke implosie, evident zouden versnellen. Economen zijn het zelden met elkaar eens, maar het merendeel hierover wel. In deze context is het immoreel de Grieken er van te beschuldigen dat zij 'onvoldoende hun best doen,' en 'niet leveren,' om over de talloze beledigende, valse en onjuiste stereotypen, die veel Europese media gretig verspreiden, niet te spreken.

Nog steeds is Griekenland een paradijselijk oord om te bezoeken, als je de 'no-go areas' in Athene maar mijdt. Dat kan echter in een ommezien veranderen als EU en IMF vasthouden aan hun verwoestende en contraproductieve eisen. Niemand kan de toekomst voorspellen en wie weet geven de Grieken blijk van een onmenselijke zelfbeheersing, maar er kan evengoed een tweede Syriƫ ontstaan, nu op de Balkan, binnen de EU en dan gaat het veel meer dan geld kosten. Ik huiver bij de wetenschap dat het bijna te laat is, tenzij de Europese familie een werkelijke helpende hand biedt, waaruit eindelijk iets van solidariteit blijkt met het lijden van de miljoenen gewone Grieken die evenmin schuld aan de crisis hebben als onze man of vrouw uit de straat. Geloof me, het is vijftig seconden voor twaalf.

©Kees Klok

*Een links politicus, in 1963 door een aanhanger van ultra-rechts in Thessaloniki vermoord.


Geen opmerkingen: