Iemand zei:
'Je gaat steeds meer op je vader lijken.' Misschien is dat waar, maar
zelf vind ik dat ik met het verouderen van mijn kop eigenlijk meer op
mijn grootmoeder van vaderskant ga lijken. Althans op het portret dat
ik van haar geërfd heb. Mijn vader was een stukjesschrijver. Ik ben
dat ook meer en meer aan het worden. Hij noemde zijn stukjes stukjes.
Ik noem ze cursieven (geen cursiefjes!). Een soort van column+. De
bedoeling van een cursief is dat het enige literaire waarde heeft,
zodat hij niet direct de volgende dag met de vis meegaat. Het is
natuurlijk een beetje een woordenspel. Een stukje is een stukje. Als
het een zekere omvang krijgt, noemen we het een kort verhaal. Als het
een minimale omvang heeft, is het een zkv, een zeer kort verhaal. Die
benaming is gekoppeld aan A.L. Snijders, misschien wel de beste,
levende stukjesschrijver van het Nederlandse taalgebied. Ergens
daartussen vinden we de column en het cursief. In wezen gaat het om
de inhoud, niet om de lengte. Om het water dat in wijn verandert. Hoe
is niet van belang, als het maar gebeurt.
Mijn vader
schreef stukjes en soms preekte hij. Wat er van die preken bewaard is
gebleven, is ergens bij de familie. Wat religie betreft ben ik het
tegendeel van mijn vader. Ik zie even weinig heil in de boodschap van
J. van Nazareth en al die andere verkondigers van welk geloof ook,
als mijn beide grootvaders. 'Het slaat altijd een generatie over,'
hoor je weleens zeggen. De stukjes die mijn vader schreef werden
vooral opgenomen in het blad van de Rotterdamse Schaakbond (RSB), van
waaruit ze soms werden overgenomen door Schakend Nederland, het
orgaan van de KNSB. Ook schreef hij voor het blad van de
rijkspolitie, waar hij als burgerambtenaar werkzaam was, en voor de
schoolkrant van mijn middelbare school, waar hij, tot mijn chagrijn,
lid van de oudercommissie was. Vaak schreef hij daarin over de
natuur. We leerden van die stukjes meer dan van de biologieleraar,
een voormalig kapitein van het KNIL, die het in de les vrijwel
uitsluitend over zijn strijd tegen de Japanners had.
Er moeten
heel wat stukjes van Ben Klok te vinden zijn. Op een paar uit het
schoolblad na, heb ik er niet een. Bij zijn dood bleek hij niets te
hebben bewaard. De Dordtse journalist en schaker Hans Berrevoets
vertelde mij eens dat iemand in de buurt van Zwolle alle stukjes uit
het RSB-blad en uit Schakend Nederland zou hebben verzameld. Ik heb
die iemand weleens een e-mail gestuurd, maar Zwolle bleek ver weg en
antwoord bleef uit. Ik kan natuurlijk in de Koninklijke Bibliotheek
een en ander terugvinden, als ik maar de tijd neem om te zoeken.
Misschien komt het er ooit van. Als ik werkelijk steeds meer op mijn
vader ga lijken, lijken mijn cursieven qua stijl af en toe misschien
ook wel op die van hem. Op de een of andere manier zou ik dat een
prettig idee vinden.
©Kees
Klok
Geen opmerkingen:
Een reactie posten