zaterdag, november 03, 2012

Wisselgeld


Bij het afrekenen in de Arvanitidis moet ik dertig euro wisselgeld krijgen. De caissière geeft mij twee briefjes van twintig. 'Dat is mooi verdiend,' denkt de Hollander in mij. Ik breng de boodschappen thuis en kijk nog eens naar de bon. Tientje verdiend. 'Die vrouw moet vanavond wel het verschil bijpassen, lul,' gaat het door mij heen. Ik steek de bon in mijn zak, loop terug naar de supermarkt en herstel de fout. Ik ben niet het braafste jongetje van de klas, maar die mevrouw is de fiscus niet.

Met mijn zwager en schoonzus rijd ik naar het voorvaderlijk dorp. Voor we in de boomgaard walnoten gaan rapen, bezoeken we de graven van Stella en haar ouders. We zien dat de koperen lantaarns, waarin we bij zo'n bezoek een olielichtje ontsteken, zijn gestolen. Van bijna alle graven zijn ze weggehaald. Glas en koper. Het zullen koperdieven zijn geweest. Mijn schoonzus geeft direct de schuld aan de zigeuners. Later, in het café, hoor ik dat het wel Bulgaren zullen zijn geweest, maar het zou evengoed iemand uit het dorp kunnen zijn. In een gehucht als dit is het moeilijk om onopvallend te komen en te gaan, ook 's nachts, al was het alleen al vanwege de vele honden die aanslaan. We zetten bloemen bij de graven en doen er verder het zwijgen toe. Grafroof is van alle tijden, maar wie eraan doet is gezonken naar de absolute bodem van de moraliteit. De politie is ver weg en de daders liggen op het kerkhof, al is dat in dit verband misschien wat cynisch uitgedrukt.

We rapen de noten. Twee kruiwagens vol. Een gift van de bomen waaronder Stella en ik menige zomerdag schaduw zochten. Daarna bied ik mijn zwager en schoonzuster een hapje eten aan in het restaurant van achterneef Emilio, langs de grote weg beneden het dorp. Bij het afrekenen let ik goed op dat ik niet te veel wisselgeld krijg.

©Kees Klok


Geen opmerkingen: