dinsdag, januari 15, 2013

Onthand


Er heerst rust in het Schrijfhuis. Buiten is het winters koud. Er is geen mens op straat. Er spelen geen kleine kinderen tot na middernacht in het plantsoen. Dat ligt vol zakken afval. 'Alweer een staking?' dacht ik toen ik van het vliegveld kwam, maar bij navraag blijken nog maar twintig van de zestig vuilniswagens van de gemeente bruikbaar. De rest wacht op reparatie of vervanging. Een jaar geleden schreef ik met een zeker optimisme over de wijze waarop burgemeester Boutaris het enorme afvalprobleem wilde aanpakken. Een jaar geleden... Een paar hoofdstraten worden schoongehouden, de rest van Ano Toumba mag voorlopig stikken in zijn eigen vuil. Het Tweede Programma van de staatsomroep, de zender van cultuur en beschaafde muziek, staat aan. Een engelachtige stem zingt Yasemine, een ontroerend volkslied uit Cyprus. Verder is het vooral heel leeg in het Schrijfhuis. Alles staat erin, er is geen boek of meubel verdwenen, maar de leegte zit in mijzelf. Een gevoel van onthand zijn, een gevoel van: wat moet ik nu? Een paar uur geleden las ik The Island van Victoria Hislop uit. Een boek dat zich afspeelt op Kreta en op Spinalonga, tot eind jaren vijftig een leprozenkolonie. Victoria Hislop kan prachtig schrijven en geweldig vertellen. Ik ken mensen die het boek hier en daar te sentimenteel vinden. Ik niet. Ik vind het aangrijpend. Het is een drama dat zich in iedere familie had kunnen voordoen en het is ongemeen spannend. Daarom had ik het in anderhalve dag uit. Altijd als een boek mij overdondert en meesleept, zit ik daarna met die leegte, met die vraag: wat nu? Dan voel ik mij onthand.

Wie er wel staken, voor de godweet zoveelste keer, zijn de taxichauffeurs. Daarom ben ik vanavond in het Schrijfhuis gebleven. Ik kamp met de naweeën van een flinke griep. Een boodschapje in de buurt kost me nog handenvol energie. Normaal is het dikke uur lopen naar mijn stamcafé Loxias geen enkel probleem, in tegendeel, maar nu wel en reizen in de overvolle bussen, in deze stad van meer dan een miljoen inwoners, die in de jaren zestig de tram de deur uit heeft gedaan, doe ik nu niet. Ik voel mij nog te vatbaar om die brandhaarden van virussen en bacteriën te trotseren. Vorig jaar schreef ik nog met enig optimisme over de aanleg van de metro. Vorig jaar... Het flutlijntje van een handvol kilometers van het station naar Kalamaria, niet eens naar het vliegveld, had allang klaar moeten zijn. Het zal er wel een keer van komen, maar aftakkingen naar de buitenwijken? Ach, die zijn dan misschien toch al in hun eigen vuil gestikt.

Een uurtje geleden keek ik naar het nieuws, maar na tien minuten heb ik de televisie uitgezet. Iedere keer weer diezelfde koppen met hun bombastische bezweringsformules. De sinistere Tsipras, heksje Papariga, die nep-Mussolini van de fascisten, de beeldschermvullende Venizelos, knap in wetgeving om corrupte politici vrijuit te laten gaan, de tot duif gedwongen havik Samaras. Geen types die ik zonder toezicht in mijn huis zou laten rondlopen. De taxichauffeurs staken tegen de zoveelste nieuwe belastingwet, meen ik te begrijpen. Ze weten waar ze het over hebben. Straks hoeft de klant niet te betalen als de chauffeur niet met een bon op de proppen komt. Dat wordt moord- en doodslag, al zijn er ook chauffeurs die wel deugen, zoals niet iedere roomse pater met een kleuter van bil gaat.

De leegte komt vooral door het gemis van Stella. Al vijf jaar en al vijf jaar even sterk. In haar studententijd verhuurde zij in de zomervakantie auto's op Kreta. In Agios Nikolaos, op twintig minuten rijden van Plaka en Spinalonga. Ze had de leeftijd van Sofia, de dochter van de vermoorde Anna, oma van de Londense Alexis. Na haar studie ging Stella naar Londen om haar Engels te perfectioneren. Terwijl ik het boek las begon ik haar nog meer te missen. Ik had ieder dramatisch ogenblik met haar willen delen. Ik had met haar naar Kreta willen reizen en samen op Spinalonga willen rondlopen. Kreta stond boven aan ons lijstje van reisplannen. 'Later, als we met pensioen zijn,' stelden we het steeds uit. Er kwam een einde aan het verhaal, ik moest het boek terzijde leggen. Natuurlijk zijn er nog boeken genoeg en dit ga ik zeker herlezen, zoals ik nog vaak met Stella door onze herinneringen zwerf. Maar niet nu, nu ben ik even onthand en weet ik het niet meer.

©Kees Klok


Geen opmerkingen: