Toen
Dordrecht Jan Eijkelboom in 2001 tot stadsdichter voor het leven
benoemde, was dat niet alleen een genereus gebaar naar een
gerespecteerd auteur, het was ook uitzonderlijk, omdat het
letterenbeleid traditioneel het verwaarloosde stiefkindje is van de
gemeente. Een enkele keer voelt die zich onder druk gezet om een
initiatief vanuit de stad over te nemen, zoals in het geval van de
Debutanten Prijs, maar meestal is de vreugde van korte duur. De
Debutanten Prijs heet nu Academica Debutanten Prijs en wordt in Den
Haag uitgereikt. Ooit had Dordrecht een Culturele Raad met een Sectie
Letteren, die literaire avonden ondersteunde en een literair blad in
stand hield. Dat blad, dat landelijke waardering genoot, heette eerst
Letteriek. Opgericht door Bobby Kinghe werd het later zelfstandig
voortgezet als De Fonteijne. Toen begin jaren tachtig de Culturele
Raad (een unieke instelling, waarmee Dordt voorop liep op het gebied
van cultuurbeleid) werd wegbezuinigd, was het ook snel gedaan met De
Fonteijne.
Er
zijn ter stede verschillende literaire activiteiten, waaronder de
Dordtse Dag van de Poëzie, Staalkaart der Dordtse Poëzie, Woorden
Worden Zinnen, Laat Ons Juichen, lezingen in de bibliotheek enz.,
maar de gemeente is, dacht ik, ik weet het niet zeker, alleen direct
betrokken bij de Dordtse Dag van de Poëzie. De rest is particulier
initiatief, waar het stadskantoor soms alleen indirect iets mee te
maken heeft. Door ervaring wijs geworden, denk ik dat het
letterenbeleid bij de gemeente niet in goede handen is. Dat blijkt
weer eens nu wethouder Mos, die in zijn vierjarig wethouderschap een
opmerkelijke desinteresse voor de letteren aan de dag legde, geen
opvolger wil benoemen voor de aftredende stadsdichter Marieke van
Leeuwen. Toen Dordrecht met het stadsdichterschap begon, kreeg dat
intitiatief veel navolging. Er is nauwelijks meer een stad met enig
zelfrespect zonder stadsdichter. Dordrecht dreigt nu de risee van
cultureel Nederland te worden. De wethouder zet Dordt voor aap.
Het
kan natuurlijk zijn dat de gemeenteraad wel oog heeft voor het
culturele en publicitaire belang van het stadsdichterschap en dat men
daar Dordrecht behoedt voor de pijnlijke afgang om als eerste in
Nederland het instituut af te schaffen. Het kost bovendien nauwelijks
iets. Ja, vijfduizend euro lijkt veel, maar een reclamecampagne om
het aanzien van de stad te bevorderen kost meer. Het
stadsdichterschap is mooie reclame voor Dordt, maar Jasper Mos snapt
dat niet, of het kan hem niets schelen. Als de raad de wethouder
volgt, dan moeten we de gemeente het stadsdichterschap maar ontnemen.
Dat kan bijvoorbeeld door een Stichting Stadsdichter Dordrecht op te
richten, die als doel heeft de stadsdichter te benoemen en diens
activiteiten te ondersteunen. Het bestuur zou kunnen worden gevormd
door vertegenwoordigers van organisaties die iets hebben met
letteren, zoals Bobby Kinghe, de bibliotheek en Dordt Literair, met
daarnaast enkele mensen uit het vak, uit de Dordtse Dichterskring. Zo
zou het instituut stadsdichter beter zijn gewaarborgd dan in de
handen van een niet wezenlijk geïnteresseerde wethouder.
©Kees
Klok
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten