Toen
ik Stella in Minneapolis leerde kennen, leende ze mij een
cassettebandje met Griekse muziek voor mijn walkman. Ik luisterde er
graag naar als ik 's avonds zat te studeren. Het waren liederen van
Hatzidakis. Dezelfde die ik vaak in Loxias hoor. Ik vind dat een goed café
het prima zonder muziek kan stellen, maar als het dan toch moet, dan
graag Hatzidakis. Loxias en de in 1994 overleden componist, dat voelt
een beetje als twee handen op één buik.
Ik
bedenk welke muziek het beste past bij poffertjessalon Visser, de
Dordtse evenknie van Loxias. Ik denk blues-achtige. John Mayall, maar
vooral Cuby and the Blizzards. Ook Visser zou goed zonder muziek
kunnen, maar als het dan toch moet. Cuby and the Blizzards worden er
met enige regelmaat opgezet. Dat roept, evenals bij Hatzidakis,
herinneringen op. Ik heb Cuby één keer live zien optreden, in Dordrecht. Dat was
ergens in de jaren '70 in het Beatcentrum. Daar zit nu een
Mexicaans-Argentijns restaurant. Ik ben altijd een liefhebber
gebleven, maar mijn favoriete langspeelplaat, Groeten
uit Grollo, ben ik op
een of andere manier kwijtgeraakt. Waarschijnlijk uitgeleend en
vergeten aan wie, zoals het soms ook met boeken gaat.
Cuby
zit veilig opgeborgen in de computer, maar een langspeelplaat is toch
echter. Een tijdje terug kwamen Heleen en Djamila, jonge collega
historici, bij mij eten. Een bijzonderheid, want sinds Stella's
overlijden vraag ik nog zelden mensen thuis in plaats van in een
restaurant. Ik had voor de gelegenheid mijn best gedaan, maar het
meest waardeerden ze nog mijn bescheiden collectie vinyl. Vooral de
platen van Doe Maar, de idolen uit hun pubertijd. Ze werden allemaal
afgespeeld, er werd gedanst. Tevergeefs zocht ik Cuby, mijn idool in
de tijd dat zij werden verwekt. Misschien maar goed ook. Het zou zo'n
avond zijn geworden van 'opa Klok vertelt.' Nu konden we gewoon doen
alsof we weer jong en onbedorven waren.
©Kees
Klok
Geen opmerkingen:
Een reactie posten