vrijdag, april 18, 2014

Triest




Er zijn mensen die graffiti als een vorm van kunst zien. Bepaalde vormen van graffiti zijn dat misschien ook, maar de meeste graffiti die ik op straat tegenkom, om het even waar, vind ik op zijn minst dwangmatige uitingen van een dierlijke territoriumdrift. Zoals een hond tegen iedere boom en paal op zijn route pist, zo spuit een pleger van graffiti zijn smerigheden op muren. Er zijn allerlei theorieën over het hoe en waarom van die spuiters, maar ik houd het in de regel op slecht opgevoede, domme rotjongetjes die niet in staat zijn hun primaire behoeften een beetje in de hand te houden. Kortom, als je een ander zijn huis volspuit met jouw troep ben je een barbaar, een lul of een idioot. 'Doorhalen wat niet van toepassing is,' stond er vroeger op ambtelijke formulieren.

Thessaloniki is een bijzonder aangename stad om je nu en dan in te vertreden. Een stad die dag en nacht bruist, een stad die mooie Byzantijnse monumenten paart aan de afgrijselijkste betonbouw uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Een stad met vele theaters, bioscopen, een fraai concertgebouw, parken en plantsoenen, door bomen beschaduwde straten en een bijzondere bovenstad, waarin je je hier en daar waant op een Grieks eiland. Het is ook een stad met problemen. Drie opvallende problemen. Het openbaar vervoer is erbarmelijk. Het wordt onderhouden door grotendeels vervallen en overvolle bussen, die vrijwel niets kosten, maar een ramp zijn om in te reizen. Wie het kan betalen, neemt daarom liever een (redelijk goedkope) taxi. In de binnenstad wordt volop gewoond, waardoor er een overmaat aan auto's is en een ongelofelijk tekort aan parkeerruimte. Het volstrekt ongedisciplineerde Griekse verkeers- en parkeergedrag draagt sterk bij aan de eindeloze ellende van dubbel en op trottoirs parkeren. Het is te danken aan het feit dat Thessaloniki aan zee ligt en de uitlaatdampen daardoor een beetje worden weggeblazen, dat het nog redelijk te harden is. Tenslotte is er de graffiti, de ziekte die leidt tot een voortdurende pijn aan de ogen.

Als ik in Thessaloniki ben wandel ik graag door de bovenstad. Er zijn enkele straten met autoverkeer, maar een aanzienlijk deel is voor het blikken monster ontoegankelijk. Daar heerst rust, daar geniet je afwisselend van mooi gerestaureerde huizen in de oude, Turkse stijl (de bovenstad was in de Osmaanse tijd de Turkse wijk, het geboortehuis van Mustafa Kemal (Atatürk) is er ondermeer te vinden) en schrik je je een beroerte van de staat van sommige ruïnes, die al tientallen jaren met langzaam inzakken bezig lijken te zijn. Er staat een klooster, Vlatadon, met een prachtige, ik meen veertiende eeuwse, katholikon, waar omheen een krankzinnige een betonnen kolos in sovjetstijl heeft laten neerplempen. Een eindje daaronder vind je het uiterst charmante, middeleeuwse heiligdom van Osios David, waar het in de tuin heerlijk wegdromen is. Er zijn jaren geweest dat de overheid de andere kant op keek als er in de bovenstad, de Ano Polis, werd gebouwd. Dat is gelukkig veranderd. Als nieuwbouw onvermijdelijk is, dan moet dat in aangepaste stijl en onder strenge regels. Dat betekent dat ondanks alles de Ano Polis zijn unieke karakter heeft weten te bewaren. Waar overheid, ouders, ja werkelijk niemand op let, zijn de ziekelijke idioten met hun spuitbussen. Dat is triest, heel triest.

©Kees Klok

Foto: auteur



Geen opmerkingen: