Als
jongetje was ik al onder de indruk van de kastelen in Noord-Wales die
wij tijdens vakanties bezochten. Vooral van dat van Caernarfon, dat,
naar ik later vernam, is gemodelleerd naar de kruisvaarderskastelen
in de Levant. Dat geldt uiteraard ook voor de andere dwangburchten
die de Engelse koning Edward I (1272 - 1330) liet bouwen na zijn
overwinning op prins Llywelyn ap Gruffudd van Wales in 1277. In de
architectuur van Caernarfon zijn echter ook motieven uit de muren van
Constantinopel overgenomen. Ik wist dat natuurlijk niet toen ik het
kasteel als kind voor het eerst zag, maar ik werd toen al getroffen
door de bijzondere uitstraling van deze laat elfde eeuwse kolos.
De
Welsh hebben wat te stellen gehad met de Angelen, de Saksen en de
Juten, die in de loop van de vijfde en zesde eeuw grote delen van
Engeland veroverden en de oorspronkelijke bevolking, grotendeels
geromaniseerde Kelten, naar Wales en Cornwall verdreven. Ze hebben
het aan het ruige bergland te danken dat ze, tot de Keltofoob Edward
I de Engelse troon besteeg, nog zo lang enige mate van
zelfstandigheid konden behouden. Althans in het noorden van Wales.
In
de tijd dat de Normandiërs
Engeland veroverden (1066) was Wales verdeeld in een aantal
koninkrijken, waarvan Powys en Gwynedd het noorden beheersten. De
Normandiërs
voelden zich cultureel ver verheven boven de Welsh, maar de bloedige
pogingen van de Normandische vorsten en hun opvolgers, de
Plantagenets, om Wales te veroveren hadden maar ten dele succes.
Nadat ook het noorden uiteindelijk door Edward I werd onderworpen, na
een militaire expeditie van ongekende omvang, braken er nog tot in de
late middeleeuwen verschillende langdurige en soms bijna geslaagde
opstanden uit, waarvan die onder Owain Glyndŵr
(1400) de gevaarlijkste was. De brute wijze waarop Edward I de Welsh
onderwierp en vooral minachting die de Engelsen eeuwenlang toonden
voor hun taal en cultuur, maakte dat het nooit meer echt goed is
gekomen tussen beide volkeren.
Ik
was als kind ook onder de indruk van het landschap van Wales. Van het
ruige noorden, waar we altijd heen gingen, omdat het op bereikbare
afstand lag van onze familiebasis tussen Manchester en Liverpool. Een
auto hebben mijn ouders nooit gehad. Wij vervoerden ons openbaar. Ik
vond ze prachtig, die bergen, ondanks mijn hoogtevrees en angst voor
ravijnen. Ik vind het nog steeds mooi. Het is een landschap dat de
romanticus in mij wakker maakt. Ik verblijf graag in de liefelijke
vallei van Llangollen en zwerf daar met genoegen door de tuinen van
Plas Newydd. Daar woonden van 1780 tot 1831 lady Eleanor Butler en
Sarah Ponsonby, hét
voorbeeld van wat men in die dagen zag als een romantische
vriendschap. Wales, het blijft me trekken en bekoren, ondanks al het
bloed waarvan de bodem is doortrokken.
©Kees
Klok
Geen opmerkingen:
Een reactie posten