vrijdag, april 25, 2014

Ondanks al het bloed




Als jongetje was ik al onder de indruk van de kastelen in Noord-Wales die wij tijdens vakanties bezochten. Vooral van dat van Caernarfon, dat, naar ik later vernam, is gemodelleerd naar de kruisvaarderskastelen in de Levant. Dat geldt uiteraard ook voor de andere dwangburchten die de Engelse koning Edward I (1272 - 1330) liet bouwen na zijn overwinning op prins Llywelyn ap Gruffudd van Wales in 1277. In de architectuur van Caernarfon zijn echter ook motieven uit de muren van Constantinopel overgenomen. Ik wist dat natuurlijk niet toen ik het kasteel als kind voor het eerst zag, maar ik werd toen al getroffen door de bijzondere uitstraling van deze laat elfde eeuwse kolos.

De Welsh hebben wat te stellen gehad met de Angelen, de Saksen en de Juten, die in de loop van de vijfde en zesde eeuw grote delen van Engeland veroverden en de oorspronkelijke bevolking, grotendeels geromaniseerde Kelten, naar Wales en Cornwall verdreven. Ze hebben het aan het ruige bergland te danken dat ze, tot de Keltofoob Edward I de Engelse troon besteeg, nog zo lang enige mate van zelfstandigheid konden behouden. Althans in het noorden van Wales.

In de tijd dat de Normandiërs Engeland veroverden (1066) was Wales verdeeld in een aantal koninkrijken, waarvan Powys en Gwynedd het noorden beheersten. De Normandiërs voelden zich cultureel ver verheven boven de Welsh, maar de bloedige pogingen van de Normandische vorsten en hun opvolgers, de Plantagenets, om Wales te veroveren hadden maar ten dele succes. Nadat ook het noorden uiteindelijk door Edward I werd onderworpen, na een militaire expeditie van ongekende omvang, braken er nog tot in de late middeleeuwen verschillende langdurige en soms bijna geslaagde opstanden uit, waarvan die onder Owain Glyndŵr (1400) de gevaarlijkste was. De brute wijze waarop Edward I de Welsh onderwierp en vooral minachting die de Engelsen eeuwenlang toonden voor hun taal en cultuur, maakte dat het nooit meer echt goed is gekomen tussen beide volkeren.

Ik was als kind ook onder de indruk van het landschap van Wales. Van het ruige noorden, waar we altijd heen gingen, omdat het op bereikbare afstand lag van onze familiebasis tussen Manchester en Liverpool. Een auto hebben mijn ouders nooit gehad. Wij vervoerden ons openbaar. Ik vond ze prachtig, die bergen, ondanks mijn hoogtevrees en angst voor ravijnen. Ik vind het nog steeds mooi. Het is een landschap dat de romanticus in mij wakker maakt. Ik verblijf graag in de liefelijke vallei van Llangollen en zwerf daar met genoegen door de tuinen van Plas Newydd. Daar woonden van 1780 tot 1831 lady Eleanor Butler en Sarah Ponsonby, hét voorbeeld van wat men in die dagen zag als een romantische vriendschap. Wales, het blijft me trekken en bekoren, ondanks al het bloed waarvan de bodem is doortrokken.

©Kees Klok


Geen opmerkingen: