Lieve
Stella,
Het
was druk, gisteren bij de lezing van professor Jenny Hartley bij de
Haarlem Branch van de Dickens Fellowship. Het was de traditionele
kerstbijeenkomst, met de traditionele toasts, waaronder de Immortal
Memory op de grote schrijver zelf. Dit jaar niet in Trou moet
Blijcken, want daar is brand geweest op de bovenverdieping. Men is
nog doende de schade te herstellen. We kwamen bijeen in restaurant De
Ripper, vlakbij het station, een leerbedrijf voor de horeca in een
voormalig schoolgebouw. Een heel andere sfeer dan in de
rederijkerskamer, maar we hebben er evenzeer aangenaam vertoefd. De
wijn was zelfs van uitzonderlijke kwaliteit. Gelukkig maar, want het
voorgerecht bestond uit vrijwel rauwe tonijn en het hoofdgerecht uit
zeer rode steak en voor beide gerechten is mijn maag ongeschikt. Dat
is de kok niet aan te rekenen, maar in zo'n geval is het prettig dat
de wijn in ieder geval de smaakpapillen streelt.
Professor
Hartley, een innemende dame, die voor haar emeritaat doceerde aan de
universiteit van Roehampton, sprak over Dickens en zijn bemoeienis
met Urania Cottage. Daarover publiceerde zij in 2009 een vol lof
ontvangen boek getiteld Charles
Dickens and the House of the Fallen Women.
Ze deed dat met de nodige humor en zonder overbodige uitwijdingen,
zodat ik van de weeromstuit niet heb zitten knikkebollen. Het is
traditie, dat weet je, dat op de kerstbijeenkomst iemand uit het
Verenigd Koninkrijk, liefst een vooraanstaand lid van de Fellowship,
komt spreken. Zo hadden we vorig jaar Michael Slater,
Dickensautoriteit bij uitstek, die jij ook weleens in Haarlem hebt
ontmoet. Professor Slater was echter snipverkouden, wat misschien de
reden was voor een wat slap verhaal over Dickens en het kerstfeest.
Ik vond professor Hartley spiritueler, maar ze was dan ook niet
verkouden.
Dickens
en het kerstfeest hebben, zo werd mij vorig jaar wel duidelijk,
weinig van doen met het als Scrooge uitgedost rondlopen op een
kerstbraderie, zoals die dit weekeinde weer in Dordrecht plaatsvond.
Dat is heel veel drukte om weinig inhoud voor iemand als ik, die niet
van braderieën houdt, of ze nu kerstmarkt heten of niet. Vrijdag
werd het afgelast vanwege de weersverwachting. Het zou gaan stormen
en de organisatie wilde geen risico nemen. Stel dat een kraam omwaait
en er paniek uitbreekt in de overvolle binnenstad, want de mensen
komen op die markt af als mieren op een schotel suikerwater. We zijn
tegenwoordig weleens te snel in paniek, maar goed, ook al heeft het
niet zo hard gewaaid als was voorspeld, ik kon er in alle rust door
naar Visser wandelen. Doordat De Ripper zo dicht bij het station was,
liep ik gisteren zelfs twee kerstbraderieën
mis. Vandaag ben ik pas de deur uitgegaan tegen het einde van de
heisa. Toen was de drukte al aardig aan het luwen. Bij Visser was het
gezellig, maar niet overvol. Ik ben niet zo lang gebleven, want om
kwart voor tien word ik opgehaald door een taxi om naar het Mediapark
in Hilversum te gaan. Ik ben te gast in Met
het oog op morgen,
om te praten over de Griekse presidentsverkiezingen en de toestand
van het land. Vervelend om laat op de avond nog de deur uit te moeten
voor een flinke autorit, maar ik ben wel blij dat er eindelijk weer
wat aandacht is voor Griekenland.
In
de afgelopen dagen heb ik hard gewerkt aan het literair dagboek. Soms
is dat confronterend, want ik heb mensen weleens kwalijk behandeld.
Het is even slikken om te lezen hoe ik abrupt een einde maakte aan de
relatie met een verpleegster die buitengewoon lief en zorgzaam was en
voor mij door het vuur ging. Ik voelde mij meer tot andere,
onbereikbare, meisjes aangetrokken en ik vond mij qua ontwikkeling
boven haar staan. Ik heb haar bot behandeld, veel verdriet gedaan en
het is akelig om met de neus op dat feit te worden gedrukt. Zij is
later heel goed terechtgekomen, maar toch. Soms is het ook
vermakelijk om aan dingen te worden herinnerd. Het door zijn stoel
zakken van Kees Buddingh', bijvoorbeeld, tijdens een literaire avond
in het oude Bibelot, dat toen nog naast de rechtbank was gevestigd.
Ook de manier waarop Lupius, Peter Bonte en ik dachten een verhaal
van Jules Deelder te verfilmen. Kostelijk amateuristisch en een tikje
naïef. De film is er nooit gekomen.
Ik
vraag mij af wat ik moet met het relaas over de eerste keer dat ik
het met een meisje deed. Op de versleten pers naast het bed in mijn
kamer, want dat bed kraakte en mijn ouders mochten natuurlijk niets
in de gaten krijgen. Dat meisje is inmiddels een bekende functionaris
in het onderwijs. Moet ik maar gewoon naam en toenaam noemen, of de
passage anonimiseren, al weet onze (ruime) wederzijdse kennissenkring
toch wel om wie het gaat? De daad zelf viel trouwens enigszins tegen,
want van al die technieken die seks zo leuk maken, waren we toen nog
niet zo heel erg op de hoogte. Het is een literair dagboek, waarin
geen hoofdrol voor de werkelijkheid is weggelegd, maar het berust
natuurlijk wel ergens op. Spannend allemaal en soms verwarrend.
Na
de borrel bij Visser was ik van plan om ergens een hapje te gaan
eten, maar ik kon niet besluiten waar. Tenslotte ben ik naar huis
gelopen, waar ik een omelet met kaas heb gebakken, om die bij Studio
Sport op te eten.
Armoe troef, maar ik mag na de avond in Haarlem niet klagen en ik had gistermorgen eerst boodschappen moeten doen, voor ik weer in het
dagboek dook. Ik zorg over het algemeen goed voor mijzelf, te goed
misschien, gezien mijn welvaartsbuikje, maar soms wordt een zekere
indolentie over mij meester. Of nee, dat is het woord niet, want ik
ben hard bezig met schrijven en ik doe daar nog van alles bij. Er
zijn echter van die ogenblikken dat ik een aversie krijg tegen het
gesjouw door kou en regen naar de supermarkt of naar de winkels op de
Reeweg, tegen het beddengoed verschonen, koken, de vaat, de was.
Dingen die wij vroeger meestal samen deden en die nooit een probleem
vormden. Het moet maar snel zomer worden, dan lijkt die routine een
stuk minder vervelend en kunnen we bij de voorjaarsbijeenkomst van de
Dickens Fellowship weer lekker buiten zitten bij Kraantje Lek.
In
gedachten, altijd,
Kees
Dordrecht,
14 december 2014
Foto: auteur
1 opmerking:
Prachtig gedicht, Kees. Mooie Feestdagen! groet, Ben
Een reactie posten