Lieve
Stella,
Op
21 december 2007 schreef je dit gedicht:
Kerstdagen
Laat
het liever sneeuwen.
Ik
kan nergens heengaan,
alleen
maar kijken
door
mijn raam.
Dankzij
mijn ogen
kan
ik een beetje
van
de kerstsfeer genieten.
Laat
het sneeuwen.
Ik
wilde melomakarona
maken,
ik wilde een echte
kerstboom
versieren.
Ach,
ik wilde, ik wilde...
maar
laat het sneeuwen.
Vijf
dagen later overleed je. De sneeuw die je zag door het raam van de
ziekenhuiskamer waarin je je laatste dagen doorbracht, was inmiddels
gesmolten. De luchten waren egaal grijs, het miezerde voortdurend.
Het waren in alle betekenissen des woords de donkere dagen voor
kerstmis. Ik dacht aan die dagen toen ik gisteren het huis
ontvluchtte, omdat het om vier uur alweer zo donker was dat de
lichten aan moesten. Het was weer zo'n traditioneel sombere,
Nederlandse zondag. Ik stond voor mijn doen laat op, verschoonde het
bed, zette de wasmachine aan, ontbeet en begon daarna aan het
literair dagboek te werken. Ondertussen luisterde ik naar Onvoltooid
Verleden Tijd, het radioprogramma van de VPRO over geschiedenis. Een
goed, informatief programma, dus ik vrees dat het zijn langste tijd
heeft gehad, nu populisten en onnozelaars, die steeds meer invloed
krijgen in de politiek, weer eens een aanval op de publieke omroep
hebben ingezet. Ik werkte door aan het dagboek tot de lichten aan
moesten, met als enige onderbreking een bezoekje aan iDordt op
internet, waar ik als redacteur het verslag van de wedstrijd FC
Dordrecht-PSV on-line moest zetten.
Naarmate
het almaar donkerder werd begon de melancholie die mij weleens
belaagt, zich aan te kondigen. Tijd om naar Visser te gaan, ondanks
dat het goot van de regen. Even dacht ik aan Merz, waar levende
muziek was, maar ik was bang dat het te veel kabaal zou zijn en daar
had ik geen zin in. De sfeer in de stad was ronduit troosteloos,
ondanks de koopzondag. Weinig mensen op straat, opvallend veel
winkels (al) dicht. In Visser was het evenmin erg druk, maar ik heb
daar meestal wel een aardig gesprek. Het was warm en gezellig, maar
om zeven uur ging Jaap sluiten. Logisch, want toen waren er nog maar
twee gasten over. Ik ben naar Kreta gelopen, waar ik altijd geniet
van de muziek die Lambros draait en van zijn gastvrijheid. In zelf
koken had ik geen zin. Dat gaat bij mij met vlagen. Soms beleef ik
veel genoegen aan het koken, soms moet ik er niet aan denken. Brood
en koekjes bakken doe ik altijd met plezier en dat kun je tussen
ander werk door doen. De melomakarona uit je gedicht zijn mij
nog te ingewikkeld, maar wat mis ik de geur die in huis hing wanneer
jij ze aan het maken was. Heel soms ruik ik die geur onverwacht, als
een sterke herinnering, zoals ik weleens in dromen jouw stem hoor.
Inmiddels
is het weer aan het regenen. Dat heeft wel het voordeel dat ik er
gedisciplineerder door schrijf. Ik ben geen depressief type, al drukt
de grauwheid buiten mij soms wat terneer. Als dat het geval is, is
schrijven een probaat medicijn. In de maanden na jouw overlijden
heeft mijn dagboek mij flink geholpen om op de been te blijven. Zoals
het schrijven van gedichten jou kracht gaf tijdens je ziekte.
Kerstdagen hebben we opgenomen in je bundel Eindeloze
nachten, een boek dat je zelf niet meer in druk hebt gezien, maar
waarmee je mij iets heel dierbaars hebt geschonken.
Vanuit
Griekenland bereiken mij weer akelige berichten over rellen in
Athene. Savvas en Fotini gaan er de kerstdagen met Vaso en Alexis
doorbrengen. Ik hoop maar dat de rust dan is weergekeerd. Waar het
met Griekenland heen moet, weet ik niet meer. Ik heb mij altijd
verbaasd over het feit dat Grieken in het buitenland steevast behoren
tot de succesvolste immigranten, terwijl ze er in Griekenland zelf
steeds weer een puinhoop van maken. Dat begon al tijdens de
onafhankelijkheidsoorlog. Verdeeldheid, onderlinge strijd, corruptie,
inefficiëntie, gebrek aan een lange termijnvisie, bureaucratie,
nepotisme, noem maar op. Het was er allemaal en het is in 193 jaar
weinig veranderd. Ik ben blij dat ik één
keer jouw raad in de wind heb geslagen. Jij vond dat ik na mijn
afscheid van het onderwijs het beste in Griekenland kon gaan wonen.
Dat heb ik niet gedaan. Het is een land met een heerlijk klimaat en
een gastvrije bevolking. Prima als je als toerist komt, de Atheense
troebelen kunt vermijden en er eens een keer niet wordt gestaakt,
maar raak niet verwikkeld in de samenleving. Ik ben dat maar heel ten
dele en dat levert al een hoop narigheid op. Een paar weken in het
Schrijfhuis, zolang ik dat nog tot mijn beschikking heb, is mooi
genoeg. En af en toe naar een eiland, zoals Skyros, want het moet wel
'far from the madding crowd' zijn.
Nu
we het toch over 'the madding crowd' hebben: vrijdagavond was het
weer een heksenketel in het stadion van FC Dordrecht. Vooral toen
Dordt met 1-0 voor kwam te staan. Het is met een 1-3 verlies
geëindigd, wat wil je tegen de koploper, maar ik kon achteraf bij
RTV-Dordt zeggen dat we een sprankelende wedstrijd hebben gezien.
Jammer alleen dat er op zo'n ongelukkig tijdstip werd gespeeld, om
kwart voor negen. Het was ook verrot koud, daarom heb ik in de
fanshop, want aanhangerswinkel klinkt niet, zo'n lekker warme muts
gekocht. Ik zie er niet mee uit, maar dat is daar ook de bedoeling
niet. Dordt staat nog steeds dramatisch onderaan, maar we blijven er
in geloven. Misschien blijkt het in mei 2015 allemaal zelfbedrog te
zijn geweest. Dan wordt het langs de lijn bij Achilles '29 vast weer
heel gezellig. Tot het zover is, blijven we optimistisch.
Een
paar jaar geleden, toen de donkere dagen mij iets te veel werden, ben
ik een lang weekeinde naar Lissabon gegaan. Ik zou dat wel weer
willen doen, of naar Florence of Rome vliegen, maar ik wil even niet
alleen op reis. Vorige week ben ik uit eten geweest met een
ontzettend aardige omroepster van RTV-Dordt. Ik zou haar wel
willen uitnodigen voor een reisje, maar ja, ze heeft de zorg voor
kinderen, wat het niet makkelijk maakt en ze is ook nog eens dertig
jaar jonger dan ik. Die gaat niet met die ouwe kaalkop met dat
welvaartsbuikje op reis. Ook al schrijft hij de mooiste verhalen en
gedichten. Ik ben er daarom ook maar niet over begonnen. Kees
Buddingh' zei het al: 'Een mens moet zich niet belachelijker maken
dan hij van nature al is.'
Komend
weekeinde woekert de kerstmarkt weer in Dordrecht. Jij vond die
altijd al een aanfluiting, je was de kerstmarkt van Düsseldorf
gewend. In de loop der tijd is hij almaar groter en vervelender
geworden. Veel meer een ordinaire braderie dan een kerstmarkt, maar
hij trekt ongehoord veel bezoekers. Dat zegt wat van de smaak van het
vulgus. Wat ik wel leuk vind, is de ijsbaan, al denk ik er niet aan
om zelf te gaan schaatsen. Dat heb ik voor het laatst gedaan in de
winter van 1974-75, met mijn klas op een singel in
Hendrik-Ido-Ambacht. De kinderen vonden het prachtig, want ik
schaatste gewoon in mijn lange winterjas, met een hoed op, terwijl ik
mijn pijp rookte. Ik meen mij te herinneren dat we dat jaar een wel
witte kerst hadden.
In
gedachten, altijd,
Kees
Dordrecht,
8 december 2014
Foto: archief auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten