Tegenwoordig
zie je met enige regelmaat dappere lieden op de fiets deelnemen aan
het verkeer in Thessaloniki, maar toen Stella en ik elkaar leerden
kennen, was daar nog geen sprake van. Toen Stella bij mij in
Dordrecht kwam wonen, wilde ze zo snel mogelijk leren fietsen. We
kochten een gewone damesfiets voor haar en een vouwfiets.
De
eerste fietsles gaf ik op het plein van de nabije school. Toen ze de
slag een beetje te pakken had, kozen we de Schapendijk. Na enige tijd
waren we toe aan tochtjes door de polders ten zuiden van de stad, het
charmante, groene deel van het Eiland van Dordrecht, dat door een aantal
halfgare plannenmakers op het stadskantoor volgebouwd dreigde te
worden. Een door projectontwikkelaars ingefluisterde dwaasheid,
waaraan de lokale politieke partij Beter Voor Dordt zijn
spectaculaire opkomst heeft te danken.
Fietsen
over het eiland, ik doe het nog steeds graag op mooie dagen, maar wij
gingen ook regelmatig verder weg. Meestal naar de Hoge Veluwe. Ik nam
daar dan een witte fiets, waar je gratis en voor niks gebruik van
kunt maken, Stella reed op het vouwfietsje dat precies paste in de
kofferbak van de auto. Vaste halteplaatsen waren daar het museum
Kröller-Muller
en restaurant De Koperen Kop. Ook reden wij soms naar het monument
van Boerengeneraal Christiaan de Wet. Bij zo'n gelegenheid beving mij
weleens heel even het enthousiasme dat in Nederland heerste over de
strijd van de Boeren tegen de Britse imperialisten, hoewel ik in het
dagelijks leven redelijk anglofiel ben.
Foto:
auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten