Vanaf 29 januari tot 4
februari is het Gedichtenweek. Daarom deze week dagelijks een
gedicht.
De kluizenaar in de herfst
Ik sta buiten op het erf
aan het einde van oktober
en maak een vuur van opgehoopte bladeren en twijgen,
brieven om het te ontsteken, appels te midden van de vlammen,
het laatste van de zomer dat tussen de sintels valt.
Er hangt die geur in het lommer
bijna van Gelderse roos,
in het licht sporen van water en sneeuw,
langs het kanaal een leegte
die wacht te worden gevuld
en, gegeven de stilte, gegeven de belofte van vorst,
had ik dit kunnen verwelkomen als iets anders:
de smaak van afgewaaid fruit dat voortdrijft op de stroom,
het vluchtig verschijnen van een vage god
tussen de wilgen en elzen.
De rivieroever wordt donker en vervaagt.
De tuin vindt zijn schepsels terug: kikkers en langzame wormen
en merels bezig de dode eruit te pikken
in de luwte van de pruimenbomen.
Aan de overkant van de rivier doorbloedt de avond de bomen,
mijn buurmans tuin verduistert in rook en regen;
soms denk ik dat er iemand anders is,
die op zijn eigen erf staat en bladeren bijeen harkt,
of zich bukt naar een pluk stro en twijgen
om het vuur wat leven in te blazen.
John Burnside
Vertaling: Kees Klok
In: Het bal in de inrichting. Bordeauxreeks nr. 2. Liverse 2010
Geen opmerkingen:
Een reactie posten