Op
een nevelige oktobermorgen rijden we met de Opel Ascona naar de kust.
We gaan een week wonen in een huisje dat Meidoorn II heet. Op een
vakantiekamp. We halen de sleutel bij de beheerder en laden voorraden
drank en eten uit. Ik haal houtblokken, die naast het kantoortje
liggen opgestapeld. Een boswachterij, dat zegt een bord, scheidt ons
van duinen en strand.
Meidoorn
II is ruim. We proberen alle bedden uit voor we er een kiezen. Daarna
lopen we over herfstbladeren door het zacht druipende bos. Tegen de
avond verandert de nevel in mist die alle geluiden dempt. In de
duinen is geen zee te horen. De volgende dag schijnt de zon waterig
door de wolken. Op het strand bouwen we een zandkasteel, zoals
vroeger, in lange, voorbije zomers.
Het
is stil op het kamp. Verderop huist een Belgisch gezin met twee
kleuters. Nog verder twee vrouwen op leeftijd, vast al dertig, in
tuinbroeken. Tussen broek en tieten steekt een pakje zware shag. Ze
lopen altijd hand in hand. Als we hen tegenkomen, beeld ik mij in dat
ze geil naar je kijken. Overdag wandelen we uren door het bos en over
het strand. 's Avonds steken we de open haard aan. Daarna kleed ik je
voorzichtig uit en mag de warme gloed met je meisjeslichaam spelen.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten