woensdag, augustus 26, 2015

Hond




Mijn dagelijkse wandeling gaat richting Wantijpark. Ik loop de Oranjelaan uit, langs Villa Augustus, en sla de Badweg in, die ik volg tot aan het openluchtzwembad waar ik, met de lagere school, zwemmen leerde van badmeester Van Duinen. Aan een hengel met zo'n vieze, glibberige, leren band om je middel. Wie eenmaal los kon zwemmen moest in het diepe. De zwemles begon altijd om half negen. Vooraf keken wij bezorgd naar het bordje bij de ingang. Dat gaf de temperatuur van het water aan. Zestien graden of minder betekende kleumen, maar wie niet snel genoeg het bad in sprong, werd er door de meester resoluut in geduwd. Daarna sprong hij er zelf bij, zo was hij wel.

In het jongensbad zwommen we gemengd, maar in het meisjesbad mochten geen jongens komen. Daar werd streng de hand aan gehouden. Toen ik een jaar of vijftien was, hing ik op mooie zomermiddagen vaak met vrienden rond op de Badweg, achter het meisjesbad. Ik schreef daar het gedicht Meisjesbad over, dat een favoriet van de recensenten werd. Waarom heb ik nooit goed begrepen, al lijkt het mij terecht.

Ik loop het park in. Het is een milde ochtend na een regenachtige nacht. De bomen druipen nog na. Er is geen wind. Het lijkt meer herfst dan eind augustus. Bij de grote vijver kom ik een groepje vrouwen met honden tegen. Ik ken hen uit Visser. Ze zeggen verbaasd te zijn dat ik zonder hond door het park loop. Ze weten dat ik geen hond heb. Ik doe alsof ik het niet begrijp en maak mij er met een grapje vanaf.

Foto: auteur



Geen opmerkingen: