Lieve
Stella,
Je
merkt het misschien wel aan mijn handschrift, dat op zijn zachtst
gezegd wat ongewoon is, maar mij is iets overkomen dat ik nooit had
verwacht. Ik weet eigenlijk zelf nog steeds niet precies wat er is
gebeurd, maar afgelopen maandag stond ik in de Museumstraat met Kees
Thies te praten, toen alles ineens op zwart ging. Drie dagen later
werd ik wakker op de intensive care van het Albert Schweitzer
Ziekenhuis. Vanaf maandagmorgen tot dat ogenblik weet ik niets meer.
Men zegt een hartstilstand of een zware hartaanval. Ik ben gered door
snel en diligent ingrijpen van Kees en enkele dames uit de buurt,
Karin en Linda, en de zeer snel aanwezige politie. Althans dat is wat
tot nu toe tot mij is doorgedrongen, ik moet de zaak later nog eens
met Kees bespreken. Was het thuis gebeurd, dan had in de krant
gestaan: 'Dichter Kees Klok dood in huis gevonden.' Afgezien van het
feit dat dat niet de bedoeling was, geeft het ook aanleiding tot
akelige speculaties. Ik weet nog niet hoe ik mijn redders kan
bedanken, maar daar komt nog wel gelegenheid voor. Eerst moet ik weg
uit het ziekenhuis, zodat ik weer in mijn eigen bed kan slapen,
zonder allerlei gedoe dat mijn bloeddruk opstuwt. Ik ben gedotterd,
er is een stent geplaatst en na drie maanden hartrevalidatie moet ik
weer tot heel wat in staat zijn, zoals een wandeling maken naar de
Kop van 't Land. Ik ben ook lang nog niet uitgeschreven.
Ik
krijg een overweldigend aantal betuigingen van medeleven. Zusje Marja
is zeer zorgzaam en heeft inmiddels veel vrienden en bekenden
geïnformeerd. Ik krijg heel veel hulp aangeboden, meer dan nodig,
wat een geruststellende gedachte is. De ongerustheid over wat er met
mij aan de hand was, werd verergerd doordat juist die maandag
Facebook mijn account tijdelijk had afgesloten. Ik had de
verkiezingsaffiche van de PSP uit de jaren zestig (blote vrouw met
koe, onder de leuze: Ontwapenend!) op mijn tijdlijn gedeeld. In de
Verenigde Staten, de grootste porno-producent ter wereld, begrijpen
ze niet dat het hier om een historisch document gaat. Er is trouwens
ook helemaal niets mis met bloot, zolang je er maar niet bij zet dat
er een piemel in moet. Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan
zijn ze, om het mild uit te drukken, soms een tikje hypocriet.
Dickens constateerde dat al in 1842. Ja, overal werd hij enthousiast
toegejuicht, maar toen het op betalen van auteursrechten aankwam,
gaven de bewonderaars niet thuis. Om mijn vrienden gerust te stellen,
heb ik het historische document verwijderd, maar iemand zou die lui
eens een lesje moderne, Nederlandse geschiedenis moeten geven. Ik zou
dat graag doen. Ik hoef er maar drieduizend dollar per dagdeel voor
te hebben, exclusief reiskosten.
Ik
heb nooit eerder in een ziekenhuis gelegen en toch heb ik een sterk
gevoel van déjà vue. Misschien vanuit de tijd dat jij boven lag, op
de afdeling oncologie? Het lijkt me eigenlijk niet erg
waarschijnlijk. Toch is het alsof ik het allemaal al eens heb
meegemaakt. Ze hebben me drie dagen slapende gehouden. Weliswaar met
een infuus met vocht en, ik neem aan, vloeibare voeding, maar ik ben
er toch flink van afgevallen. Wat een mager bekkie heb ik, als ik in
de spiegel kijk. Het valt wel op hoe sterk ik op oma Klok lijk,
althans op de foto van haar die bij ons op de slaapkamer hangt.
Daarop is ze ongeveer van mijn leeftijd. Erg goed heb ik haar niet
gekend, ze was al ver in de tachtig toen ik werd geboren, maar dit
terzijde.
We
zingen op de noordtribune bij FC Dordrecht weleens de hymne Het
is een vlooientheater.
Daaraan moest ik vannacht denken, op momenten dat ik wakker was. Hier
begon een infuus te piepen, daar rinkelde een alarm, regelmatig begon
de 'ADHD-patient' een deur verder in zijn slaap een redevoering af te
steken en soms hoorde je iemand zwaar hoesten. Ik lag te bedenken hoe
ik dat allemaal zou gaan opschrijven. Niet echt ideaal voor rust en
bloeddruk, maar die laatste is ook steeds wat te hoog door wat er
allemaal op me afkomt en ik mijn nipte ontsnapping aan de dood nog
niet echt heb verwerkt. Ik heb het geluk dat ik een aardige
kamergenoot heb, een heer die ook boeken leest en technicus was bij
het GEB, in de tijd dat we nog gewoon Dordtse stroom produceerden. Ik
herinner mij die vier machtige schoorstenen op de Staart, op de plek
waar nu het gevang staat. Als je bij oom Jaap en tante Jo in
Strijen-Sas was, kon je ze nog zien, maar dit alles terzijde.
Ik
word hier uitstekend verzorgd, voor een deel door oud-leerlingen, die
in ruime getale in het ziekenhuis zijn vertegenwoordigd. Ik trof ook
de moeder van een oud-leerlinge, uit dezelfde klas als de dochter van
Kees Thies. Er werkt op de afdeling zelfs een oud-leerlinge uit mijn
tijd in Hendrik-Ido-Ambacht, die mij direct herkende, ook al had ik
toen nog haar, meteen ook het langste van de school, en een woeste
baard. Er lopen ook een internist, een chirurg en een oncoloog rond
die ik heb lesgegeven. Ik hoop dat ze goed hebben opgelet, want als je
verstand hebt van geschiedenis, heb je eigenlijk overal verstand van,
wil ik mijzelf nog weleens voorhouden. Kijk maar naar mijn eigen
leermeester, Maarten van Rossem, wiens boek over de ondergang van het
Romeinse rijk op het nachtkastje ligt.
Ik
heb besloten om, zodra ik weer min of meer de oude ben, een cursus
reanimeren te gaan volgen. Ik weet nu hoe belangrijk het is. Dat wist
ik natuurlijk al, maar nadat ik mijn in 1974 behaalde EHBO-diploma
heb laten verlopen is het er nooit meer van gekomen. Ik mag als
doctorandus op elk vakgebied een proefschrift schrijven, mits ik een
promotor vind. Wat denk je van een proefschrift over de geschiedenis
van de cardiologie in Nederland? Laat ik eerst maar eens zorgen dat
de bloeddruk naar beneden gaat, dan zijn we weer een stap verder.
In
gedachten, altijd,
Kees
Albert
Schweitzer Ziekenhuis, Dordrecht, 27 maart 2016
Foto:
archief auteur