De
wintertijd is weer ingegaan. De normale tijd, legde iemand uit op de
radio, de zomertijd schijnt later te zijn uitgevonden. Als verklaard
tegenstander van de winter, met al dat vocht, die rotkou, die smerige
sneeuw en gladheid, vind ik de wintertijd maar niets. Ook die
zogenaamde ijspret kan me gestolen worden, inclusief het
Elfstedentochtenthousiasme, maar daar zijn we gezien de
klimaatverandering voorlopig wel van af, geloof ik. De enige goede
winter is een voorbije winter, bij voorkeur vastgelegd op een mooi
schilderij van een van onze zeventiende eeuwse meesters. Als je
zonodig winter wil, dan ga je maar naar het Dordrechts Museum, daar
hebben ze vast iets van je gading om zo lang als je wil, nu ja, van
openings- tot sluitingstijd, de winter te beleven. Ik herinner mij
een prachtig wintergezicht van Albert Cuyp, rondom het Huis te
Merwede.
Een
andere naam voor het Huis te Merwede is kasteel Ter Merwe. Jarenlang
had je aan de Groenmarkt de Taveerne 'Ter Merwe'. Als de Engelse
familie in de zomervakantie kwam logeren, gingen mijn vader en oom
Harold daar hun oude jenever drinken. In mijn ogen waren het stokoude
mannen van ergens in de veertig. Nu ik zelf op licht gevorderde
leeftijd ben geraakt, denk ik anders over het begrip stokoud, maar
dit terzijde.
Taveerne
'Ter Merwe' maakte deel uit van de nu grotendeels vergane glorie van
de naoorlogse Dordtse horeca: hotel Ponsen, Statenhof, Americain, Ter
Merwe en hotel Bellevue waren de namen die vielen als er in de
familie iets groots moest worden gevierd. Een huwelijk, een jubileum of een
kroonjaar. Ter Merwe was bij vader en oom ook in zwang voor de
dagelijkse borrel. Ik was te jong om het mee te maken. Toen ik de
horecaleeftijd had bereikt lonkten andere gelegenheden. Ter Merwe was
Ter Merwe al niet meer, maar leefde, of liever sukkelde, voort onder
allerlei namen. Ik herinner mij Paradijs, met Chinees-Indische
keuken, geloof ik, Multatuli, met Indische cuisine, en er was, dacht
ik, ook een tijdje een Griek gevestigd, maar om precies na te gaan
wat er allemaal heeft gezeten tot Baloe Beer er introk, waarmee het
ooit statige Ter Merwe zich definitief tot het volkse bekeerde, zou
ik naar het Stadsarchief moeten. Van al die oude glorie is alleen
Bellevue nog over, al heeft het er weleens om gespannen of dat zou
blijven bestaan. Oom Harold heeft er in 2001, toen het tenslotte
tijdig gestuite verval zich al begon aan te dienen, nog zijn
negentigste verjaardag gevierd. Met als aperitief een oude jenever.
Foto: Kees Klok
Geen opmerkingen:
Een reactie posten