maandag, november 20, 2017

Komedie



Het is van dat treurig stemmende, druilerige novemberweer. Ik ben een café in gevlucht. Vijf uur in de middag, en alle lichten al aan. Wintertijd. Wie dat heeft bedacht, weet ik niet, maar ik verwed er een goekope fles wijn onder dat het een broeder uit calvinistische kring was. Van dat geloof dat tot soberheid noodt en tot het dragen van stemmige kledij.

Iemand in de familie liet zich dopen in een of andere sekte. Of wij ook kwamen. Stella was nieuwsgierig. Ik ging met tegenzin mee. Speciaal voor de gelegenheid kocht Stella een hoedje in de refowinkel en trok ik het zwarte pak aan, waarin mijn vader vroeger lekenpreekte. Wij zouden ons niet laten kennen.

In het gebedshuis werden we nogal vreemd aangekeken. Wat wij aanzagen voor iets in de orde van de Gekrookte Rieters, bleek een hoela-hoela-kerk te zijn, met zang en dans. De dopelingen werden gekleed in een witte soepjurk in een soort zwembad gemikt. Als ik het zwarte pak niet had gedragen, zou ik onbedaarlijk hebben gelachen.

Claire belt. Waar of ik ben en of we een pizza gaan eten bij Costa d' Oro, ons gebedshuis in barre tijden. Dat refohoedje heb ik haar op een dag gegeven toen ze een rolletje had bij het amateurtoneel. Een komedie waar ik erg vrolijk van werd.

Foto: auteur


Geen opmerkingen: