Er
was eens, lang geleden, een kerstweek waarin ik gedichten schreef
voor een meisje waarop ik heel erg verliefd was. Zo verliefd als een
puber maar kon zijn. Liefde maakt blind, daarom vond ik haar
natuurlijk het mooiste meisje van de klas. Misschien was zij dat ook
wel. Later, toen ik dagelijks aan pubers lesgaf, kwam ik met mijn
collega's tot de conclusie dat ze eigenlijk nog ontoerekeningsvatbaar
zijn. Pubers bedoel ik, niet die collega's.
Uiteindelijk
blijven meestal de goede herinneringen aan de pubertijd hangen, maar
toen je er in zat, was het vaak tomeloze ellende. De gedichten die ik
toen schreef hebben dat meisje nooit bereikt en gelukkig zijn ze
allang zoekgeraakt. Toch moet ik rond kerst altijd even aan haar
denken. Ze is veel te jong gestorven, evenals Stella. Stella overleed
op tweede kerstdag, daarom schrijf ik kerst nooit meer met een
hoofdletter.
Claire
en het kind hadden deze week een nare ervaring. Het kind is
langzamerhand een puber geworden en gelooft eigenlijk niet meer in
kind zijn. Dat geeft weleens problemen, maar, zoals Gerard Reve zegt:
'Je staat ervoor en je moet erdoor.' Het kind ziet dat anders, nog
ontoerekeningsvatbaar, nietwaar? Het moet maar veel gedichten gaan
schrijven en die later, als de ellende van de pubertijd voorbij is,
stilletjes in de prullenbak laten verdwijnen.
Foto:
auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten