woensdag, september 30, 2020

Warnaar: Studentengrap




Ary Scheffer heeft zijn penseel terug, ziet hij als hij het plein oversteekt. Een paar dagen geleden was het ding ineens weg. Ary keek bedrukt. Hij denkt aan een studentengrap, daar is hij flauw genoeg voor. Hij heeft er een foto van gemaakt. Ary is in Dordrecht geboren, maar heeft er nooit gewerkt. Veel oudere stadgenoten noemen zijn plein nog De Beurs. 


Van een trieste parkeerplaats in de jaren zeventig is het plein in de laatste decennia uitgegroeid tot het centrale horecaplein van Dordrecht. Eigenlijk is het helemaal geen plein, maar deels een over de Voorstraatshaven gebouwde brug. Je kunt er onderdoor varen, evenals bij het even verderop gelegen stadhuis.


Ary Scheffer was een jaar of zestien toen het gezin naar Parijs verhuisde. Daar zou hij uiteindelijk furore maken. Hij schilderde onder meer een portret van Charles Dickens. Eind negentiende eeuw kwam een groot aantal schilderijen van Scheffer naar Dordrecht. Een schenking van zijn dochter. In het Dordrechts Museum zijn ze te bewonderen. Het standbeeld werd in de jaren zestig van de negentiende eeuw op het plein gezet. Vincent van Gogh, die een blauwe maandag in boekhandel Blussé en Van Braam werkte, moet het hebben gezien. Het lijkt of de wat stuurs afgebeelde Scheffer even glimlacht. Hij draait hem de rug toe, het is tijd voor de stamkroeg. 

 

Foto: auteur



zondag, september 27, 2020

Warnaar: Twijfel



Hij leest Grote verwachtingen in Europa, 1999-2019 van Geert Mak. Hij wordt er somber van. Zoveel domheid, slechtheid, benepenheid, wegkijkerij, politieke onwil, nationalistische destructiviteit.... Hij moet het af en toe terzijde leggen. Warnaar vraagt zich af of de afstand in tijd niet te kort is voor een diepgaande analyse. Hij troost zich met de gedachte dat het maar een voorlopig oordeel is. Hij herinnert zich de feeststemming, vorig jaar omstreeks dezelfde tijd, toen het kabinet juichend de Miljoenennota presenteerde. Een paar maanden later greep de angst voor het coronavirus diep in in de samenleving. Het gejuich verstomde.

'We moeten ons gelukkig prijzen dat we nooit een oorlog hebben meegemaakt', zei zijn vrouw weleens. Helemaal gelijk had ze niet, ze werd geboren tijdens de Griekse burgeroorlog. Het scheelde weinig of de fascisten, de voorlopers van de Gouden Dageraad, hadden haar vader vermoord. Een broer van haar moeder had minder geluk. Haar studententijd beleefde ze tijdens het kolonelsbewind. Dat leidde tot een levenslang trauma, iedereen kon een verklikker zijn. Hij vraagt zich af wat de huidige studentengeneratie aan corona gaat overhouden. Al zeven maanden noodverordeningen. In een rechtstaat!

Links en rechts hoort hij het geschreeuw van extremisten. De rattenvanger van Hamelen is uit zijn graf herrezen. Een verwoestende Brexit dreigt. Hij denkt aan de uitspraak van zijn vrouw. Hij twijfelt.

Foto: archief auteur

vrijdag, september 25, 2020

Kroegcollege! Jij komt toch ook?




Op donderdag 1 oktober gaan de 'kroegcolleges' van start, die ik samen met collega historicus Remy Balistreri organiseer in Visser's Poffertjes, Groenmarkt 9 te Dordrecht. De colleges vinden iedere eerste donderdag van de maand plaats, beginnen om 20.00u en duren maximaal een uurtje, inclusief pauze. Tijdens een drankje en/of een hapje, luister je naar een gevarieerd aanbod van onderwerpen die meestal een raakvlak hebben met de Dordtse (cultuur)geschiedenis of aanverwante zaken. Het geheel is coronaproef, wat betekent dat er maar beperkt plaats is. Je moet dus vooraf reserveren. Dat doe je via de website van Visser's Poffertjes


Op 1 oktober verricht ik de aftrap, in november spreekt Remy Balistreri, in december Mignon Nusteling en in januari opent Guus de Landtsheer het nieuwe jaar. Hun onderwerpen worden tijdig bekend gemaakt. Mijn college heeft als titel: De Grote Drie. De Dordtse Letteren (1960-2000). Het verhaal zal gaan over Kees Buddingh', Wim de Vries, Jan Eijkelboom, het literaire leven in Dordrecht en enkele organisaties die daar een belangrijke rol in speelden, te weten de Culturele Raad Dordrecht, de stichting Produktiegroep Bobby Kinghe en de stichting Perspektief. Een en ander wordt doorspekt met persoonlijke herinneringen en anekdotes.


De toegang is gratis, maar wel reserveren dus!


Foto: Kees Klok


donderdag, september 24, 2020

Warnaar: Praag



Het was kort na de eeuwwisseling dat hij met zijn vrouw naar Praag reisde. In februari. Het was zonnig, maar koud, overdag rond het vriespunt. Ze bezochten een nichtje van zijn vrouw dat in Praag studeerde. Een weekend tussen bloeiende studentes. Ze voelden zich pleegouders en toerist tegelijk.

Door Griekenland reisden ze meestal op de bonnefooi. Altijd was er wel een hotel of privé-kamer te vinden. In Praag hadden ze een hotel geboekt, bij een reisbureau. Met een uitstekende naam, aldus het meisje achter de balie. De kamer was ruim en comfortabel, met een goede prijs-kwaliteit verhouding, maar het was wel ergens in een buitenwijk. Ze moesten met de tram naar het stadscentrum. De tram was goedkoop en warm, erg warm. Die warmte kwam vooral onder de zitplaatsen vandaan, merkten ze. Als passagiers het te heet vonden gingen, vrieskou of niet, de ramen open.

Het centrum van Praag vonden ze van een ongehoorde schoonheid. Februari bleek de ideale maand om daarvan te genieten. Er liepen nauwelijks toeristen in de weg. Al snel vonden ze hun favoriete stek, café Louvre, op de eerste verdieping van een stadspaleis. Als het daar te warm werd bleven de kachels branden, maar zette de ober een paar ramen open. Een herinnering aan de dagen dat de Partij nog garant stond voor goedkope kolen.

Foto: auteur

maandag, september 21, 2020

Warnaar: Leraarsbestaan



In een brief van 30 maart 1960, opgenomen in haar brievenboek Courage! (Amsterdam 2005), schrijft Ida Gerhardt: 'Het leraarsbestaan is heerlijk, maar het gedoe er omheen slijt je kapot'. Dat is precies wat hij vijftig jaar later, toen hij het onderwijs verliet, dacht. Hij kan zich het gedoe uit 1960 slecht voorstellen. In die tijd drukten 'vernieuwers' en 'managers', vooral die zelf nauwelijks voor de klas hebben gestaan, hun verlammende stempel nog niet op het onderwijs. Zelf was hij toen een niet al te ijverige leerling. Soms hoort hij nog de viool van de meester uit de zesde.

Het lesgeven, de omgang met zijn leerlingen, met de meeste collega's, de gesprekken in het 'rookhok', waar zich vanwege de goede sfeer ook menig niet-roker vertrad, hij mist dat soms nog wel, maar rapportvergaderingen, de wauwelaars tijdens personeelsvergaderingen die zichzelf te graag hoorden, het gekakel en geklets van de zoveelste onderwijsvernieuwer die het zoveelste irreële idee kwam aanprijzen, dat bracht hem weleens tot wanhoop of tot razernij.

Hij spreekt in de kroeg nog weleens oud-leerlingen. Dan gaat het over leuke herinneringen, over grappen en grollen die ze uithaalden, over hoe zonde het is dat het oude schoolgebouw werd afgebroken, over de vriendschappen die ze uit die tijd hebben overgehouden. Hij denkt: gelukkig maar dat het geheugen per definitie selectief is.

Foto: auteur

vrijdag, september 18, 2020

Warnaar: Merkwaardig




'Overigens merkwaardig, dat een jeugdliefde nooit geheel overgaat', schrijft C.O. Jellema in Een web van dromen. Dagboeken 1960-2003. Hij vindt dat niet zo merkwaardig, zeker nu 'met het klimmen der jaren' (zoals men dat zei in de tijd dat mensen er nog een eer in stelden om te laten zien dat ze geletterd waren) de nostalgie naar zijn jeugd zich vaker doet voelen. Hij heeft zelfs een foto van z'n jeugdliefde op zijn werkkamer hangen. Hij vreest dat hij haar niet zal herkennen, zou hij haar nu tegenkomen. 

Als hij aan zijn jeugdliefde denkt, is hij ineens weer in Engeland in de jaren zestig. Het decennium van de Beatles en de Stones. Je werd geacht tussen die twee te kiezen. Zijn jeugdliefde woonde onder de rook van Liverpool. De keuze was snel gemaakt, maar bleef een beetje wringen. Zijn leraar Engels op de middelbare school maakte aanmerkingen op zijn Liverpoolse accent, zijn jeugdliefde vond dat hij niet 'posh' moest spreken. Toen hij een Dordts meisje tegenkwam was het over en uit. Ook dat is een beetje blijven wringen.

Engeland is ten prooi gevallen aan een bende onverantwoordelijke politici die het besturen van een land zien als een studentikoos spel. Hij zou willen weten hoe zijn jeugdliefde over de naderende Brexitramp denkt. Of ze nog 'Liverpudlian' of 'posh' spreekt.

Foto: auteur


dinsdag, september 15, 2020

Warnaar: Ingezonden brief



Tijdens zijn archiefonderzoek stuit hij op een ingezonden brief in De Dordtenaar van 15 maart 1972. Van Kees van Dijk, toenmalig eigenaar van Visser, die reageert op een brief van een echtpaar uit Zwijndrecht. Dat beklaagt zich over Visser, waar zij, niet meer woonachtig in Dordt, uit nostalgische overwegingen naartoe gingen om poffertjes te eten. Dat deden ze vroeger namelijk met veel plezier, maar in Visser troffen ze jongelui met woeste haardossen en korte rokjes, die zich overgaven aan duistere genotmiddelen. Nergens een poffer in zicht. 

Van Dijk maakt zich kwaad op het stel. Hij antwoordt dat de poffertjes verliesgevend waren en dat hij zelf wel zal uitmaken hoe hij zijn bedrijf uitoefent. Die Zwijndrechters moeten maar wegblijven. Warnaar weet hoe het met de man is afgelopen. Uiteindelijk moest het café verkocht. De nieuwe eigenaren herstelden de poffers in ere, de duistere genotmiddelen kwamen er niet meer in. 

Hij was vijftien toen hij voor het eerst in Visser kwam. In een tussenuur van school even snel op en neer voor een colaatje en het voetbalspel. Visser is nog steeds zijn stamkroeg, mét poffers en een heleboel andere, aangename zaken. Prachtig opgeknapt sinds nu alweer meer dan twee jaar geleden een jonge, dynamische, nieuwe eigenaar het roer overnam. Het Zwijndrechtse echtpaar zou zich er net zo thuisvoelen als hij.

Foto: auteur

zaterdag, september 12, 2020

Warnaar: Dorp



'Tja, betere tijden', mompelt hij, als hij door een van zijn albums met foto's bladert. Hij is even terug in 1999, net voor de eeuwwisseling. Hij bracht met zijn vrouw een paar weken door in het dorp in de Griekse bergen waar zij opgroeide. Een deel van de oude boerderij stond er nog. Daarnaast was een nieuw huis gebouwd voor zijn schoonvader, wiens longen baat hadden bij de zuivere lucht. Vooral 's zomers meed hij bij voorkeur de stad. 

Zijn schoonvader overleed in 1995. Het huis werd buitenhuis. Op het erf stond een reusachtige vijgenboom. Onder die boom luisterde hij 's avonds naar de verhalen van zijn vrouw, over haar jonge jaren. De tijd dat ze nog met een ezel en een paar jerrycans naar de bron moest om water te halen.

De laatste keer dat hij in het dorp was, om bloemen te leggen op het graf van zijn vrouw, stond de oude boerderij op instorten. Het nieuwe huis oogde vervallen: scheuren in het pleisterwerk, een verveloze balustrade langs de veranda. Ook de vijgenboom was dood. Alleen het uitzicht over de vallei was onveranderd. 's Avonds in de verte de lichtjes van Xiloupolis, boven het dorp een fantastische sterrenhemel, in het maanlicht muggen. Een mens zou er nog romantisch van worden, denkt hij, terwijl hij verder bladert.

Foto: auteur

woensdag, september 09, 2020

Warnaar: Groepsfoto



De heide staat in bloei. Hij stapt af voor een foto. Daarna loopt hij over het akelig smalle fietspad de heuvel op. Een stevige helling met windkracht zeven tegen, dat valt voor een ongetraind heer van licht gevorderde leeftijd, op een gammel huurfietsje, niet mee, maar hij rijdt de tocht uit, van tijd tot tijd de langs scheurende wielrenners, met hun rare pakjes en helmen, vervloekend. In de villa, gehuurd voor het jaarlijkse familieweekeinde, staat bier klaar. Daarna is er wijn. 

Fietsen is traditie op het familieweekeinde. Ze doorkruisen dit keer Salland in het Oversticht. Golvend heidegebied, hier en daar wat bos en veel lange, saaie, rechte wegen tussen weilanden en maisvelden. Hij ziet een weiland vol koeien. Het eerste met rundvee in een streek waarin ze aan de ene na de andere melkveehouderij voorbij fietsen. Hij herinnert zich de boerderij van zijn oom. Hoe de koeien feestten als ze na een winter op stal weer voor het eerst de wei in mochten.

Na het eten scharen ze zich om een vuurkorf en volgen verhalen. Als het hout is opgebrand gaat binnen de muziek aan. Hij danst volop met de jongere generatie mee. De volgende middag voor het vertrek wordt de traditionele groepsfoto gemaakt. Bij elkaar, gewoon zoals het hoort. 'We doen even een Grapperhausje!', roept iemand olijk. 

Foto: auteur


zondag, september 06, 2020

Warnaar: Genoeg is genoeg!



Hij leest een column van Marcel Levi in Het Parool. Deze eminente geleerde, die in de medische wereld zijn sporen meer dan verdiend heeft, vraagt zich af: 

"Waarom zijn mensen blij als ze weten dat ze antistoffen hebben tegen het virus dat Covid-19 veroorzaakt? Wellicht omdat ze de ziekte kennelijk hebben doorgemaakt zonder veel last. Of omdat ze denken dat antistoffen hen zullen beschermen tegen verdere coronavirusellende. Beide redenen zijn waarschijnlijk terecht."

Warnaar kent enkele mensen die zijn overleden aan covid-19 en ook ex-patiënten die nog lange tijd last van de naweeën van de ziekte hebben gehad, maar hij kent er meer die van hun besmetting maar weinig hebben gemerkt. Levi zegt verder:

"Ik vind het onbegrijpelijk dat virusexperts zich zo extreem defensief opstellen. Ze lijken het bijna jammer te vinden dat de oplossing voor deze pandemie nabij is... " 

Die oplossing ligt in het ontwikkelen van anti-stoffen. Door een vaccin of door in contact te komen met het virus. 'Met het risico dat je ernstig ziek wordt of doodgaat', denkt Warnaar, 'maar met een grotere kans dat je er mee wegkomt'. Hij is na zoveel maanden de covid-maatregelen meer dan zat. 'Als Levi gelijk heeft, moeten we dan niet snel terug naar normaal', vraagt hij zich af. Hij weet één ding zeker: genoeg is inmiddels wel genoeg!

Foto: auteur

donderdag, september 03, 2020

Warnaar: Geen toespraken, wel bloemen



Op 20 augustus herdenkt Dordrecht de moord op Johan en Cornelis de Witt (in 1672 gepleegd door leden van de Haagse schutterij) bij het standbeeld van de broers op de Visbrug. Geen toespraken, wel bloemen, had de initiatiefnemer, programmamaker Ben Corino, laten weten. Vanwege het virus, ook al zegt zo'n beetje iedere viroloog dat besmettingen in de buitenlucht zeldzaam zijn.

Om zeven uur leggen de herdenkers hun bloemen bij het beeld, daarbij gehinderd door de vele geparkeerde rijwielen. Johan en Cornelis de Witt beheren sinds het opknappen van de Visbrug een fietsenstalling op de plek waar de gemeente een knoert van een stenen bank wil plaatsen. Warnaar vraagt zich af waar die blijft. Al maanden staan zes dranghekken op de brug hinderlijk in de weg, maar enige afwerking lijkt niet in zicht.

Hij legt witte rozen bij de broers. Een euro per stuk, wat nog altijd meer is dan het bedrag dat de gemeente Dordrecht voor de herdenking uittrekt. Hij ziet wel twee leden van de gemeenteraad met bloemen. Van de oppositie. Er is een handvol journalisten, er worden foto's gemaakt. Daarna loopt hij terug naar zijn stamkroeg, waar ze inmiddels een nieuw glas wijn voor hem hebben neergezet. Warnaar bewondert de alertheid van het meisje dat bedient. 'Dit is mijn bloed', mompelt hij, terwijl ze heupwiegend wegloopt.

Foto: auteur