dinsdag, september 15, 2020

Warnaar: Ingezonden brief



Tijdens zijn archiefonderzoek stuit hij op een ingezonden brief in De Dordtenaar van 15 maart 1972. Van Kees van Dijk, toenmalig eigenaar van Visser, die reageert op een brief van een echtpaar uit Zwijndrecht. Dat beklaagt zich over Visser, waar zij, niet meer woonachtig in Dordt, uit nostalgische overwegingen naartoe gingen om poffertjes te eten. Dat deden ze vroeger namelijk met veel plezier, maar in Visser troffen ze jongelui met woeste haardossen en korte rokjes, die zich overgaven aan duistere genotmiddelen. Nergens een poffer in zicht. 

Van Dijk maakt zich kwaad op het stel. Hij antwoordt dat de poffertjes verliesgevend waren en dat hij zelf wel zal uitmaken hoe hij zijn bedrijf uitoefent. Die Zwijndrechters moeten maar wegblijven. Warnaar weet hoe het met de man is afgelopen. Uiteindelijk moest het café verkocht. De nieuwe eigenaren herstelden de poffers in ere, de duistere genotmiddelen kwamen er niet meer in. 

Hij was vijftien toen hij voor het eerst in Visser kwam. In een tussenuur van school even snel op en neer voor een colaatje en het voetbalspel. Visser is nog steeds zijn stamkroeg, mét poffers en een heleboel andere, aangename zaken. Prachtig opgeknapt sinds nu alweer meer dan twee jaar geleden een jonge, dynamische, nieuwe eigenaar het roer overnam. Het Zwijndrechtse echtpaar zou zich er net zo thuisvoelen als hij.

Foto: auteur

Geen opmerkingen: