'Overigens merkwaardig, dat een jeugdliefde nooit geheel overgaat', schrijft C.O. Jellema in Een web van dromen. Dagboeken 1960-2003. Hij vindt dat niet zo merkwaardig, zeker nu 'met het klimmen der jaren' (zoals men dat zei in de tijd dat mensen er nog een eer in stelden om te laten zien dat ze geletterd waren) de nostalgie naar zijn jeugd zich vaker doet voelen. Hij heeft zelfs een foto van z'n jeugdliefde op zijn werkkamer hangen. Hij vreest dat hij haar niet zal herkennen, zou hij haar nu tegenkomen.
Als hij aan zijn jeugdliefde denkt, is hij ineens weer in Engeland in de jaren zestig. Het decennium van de Beatles en de Stones. Je werd geacht tussen die twee te kiezen. Zijn jeugdliefde woonde onder de rook van Liverpool. De keuze was snel gemaakt, maar bleef een beetje wringen. Zijn leraar Engels op de middelbare school maakte aanmerkingen op zijn Liverpoolse accent, zijn jeugdliefde vond dat hij niet 'posh' moest spreken. Toen hij een Dordts meisje tegenkwam was het over en uit. Ook dat is een beetje blijven wringen.
Engeland is ten prooi gevallen aan een bende onverantwoordelijke politici die het besturen van een land zien als een studentikoos spel. Hij zou willen weten hoe zijn jeugdliefde over de naderende Brexitramp denkt. Of ze nog 'Liverpudlian' of 'posh' spreekt.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten