Hij leest nog altijd het blad van onderwijsvakbond AOb. AOb staat voor Algemene Onderwijsbond. Ontstaan uit een fusie tussen de Abop, de Algemene Bond van Onderwijzend Personeel en het NGL, Nederlands Genootschap van Leraren. Toen hij voor onderwijzer ging studeren, werd hij lid van de Abop. Toen hij later afstudeerde in de geschiedenis stapte hij over naar het NGL.
Toen beide bonden gingen fuseren, fuseerden de jaren dat hij lid was ook en zodoende kreeg hij in 2002 een zilveren speldje uitgereikt wegens vijfentwintig jaar trouw lidmaatschap. In 2017 werd hem hetzelfde speldje toegestuurd wegens veertig jaar trouwe dienst. Waarom dit keer niet met een receptie en een borrel van zijn afdeling, weet hij niet. Misschien omdat hij toen nog wel lid van de bond was, maar niet meer actief in het onderwijs. Postactief heet je dan. Het had een gouden speldje moeten zijn, maar daar heeft hij geen punt van gemaakt. Ook bij de bond is een vergissing menselijk.
Een jaar of dertig geleden zat hij enige tijd in het bestuur van de plaatselijke afdeling, kaderlid heette dat. Dan mocht je eersteklas met de trein naar de landelijke vergaderingen in Utrecht, waar men, zoals de Babyloniƫrs in vele tongen, in vele afkortingen sprak. Hij wist daarom nooit precies waar hij voor of tegen moest stemmen en keek dan maar naar zijn afdelingsvoorzitter. Het ging meestal over het streven naar kleinere klassen, meer loon en zorgen over een dreigend personeelstekort. Hij pakt het jongste bondsblad. Er is maar weinig veranderd.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten