De dichter C.O. Jellema schrijft in Een web van dromen. Dagboeken 1960-2003: 'Overigens merkwaardig, dat een jeugdliefde nooit geheel overgaat'. Hij kan dat beamen. Hoewel hij de liefde van zijn leven, zoals het in onze zogenaamd rationele tijd heet, jaren later tegenkwam, is zijn jeugdliefde, een meisje uit een gehucht achter Birkenhead, nooit helemaal uit zijn gedachten verdwenen. Na het overlijden van zijn vrouw heeft hij weleens naar haar gezocht, maar ze zal, neemt hij aan, getrouwd zijn en de naam van haar man hebben aangenomen. Tenslotte heeft hij haar portret opgehangen in het eregalerijtje in zijn werkkamer, tussen bewonderde schrijvers, zijn vrouw, en een paar overleden vrienden en vriendinnen.
Hij herinnert zich de eerste ontmoeting bij een kampvuur in een weiland in Wales. Op zo'n zoele zomeravond met veel zwaluwen. Pas een jaar later zag hij haar weer, thuis bij haar ouders. Gastvrije mensen die zo'n Hollandse student wel interessant vonden. Om het gehucht te bereiken moest je in Liverpool de ferry across the Mersey nemen en daarna een bus. Er was geen halte, je vroeg de chauffeur gewoon ergens te stoppen.
Een paar jaar geleden keek hij in Liverpool bij het pontveer naar de skyline van Birkenhead. Zou hij overvaren, vroeg hij zich af, maar hij vreesde dat die bus inmiddels wel niet meer zou rijden.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten