Wat horeca
betreft is het vernieuwde Zuidstation van Brussel er niet op vooruit
gegaan. Tenminste, niet voor iemand die prijs stelt op een omgeving
met een beetje niveau. Minstens dat van een bruine kroeg of een
grand-café. Vreettenten genoeg, de ene nog armoediger ingericht dan
de andere. Snel je prak of slok naar binnen en wegwezen. Als je uit
het achterlijke Nederland komt, waar sowieso nauwelijks meer een
station met een echte restauratie is te vinden, is het allemaal pure
luxe, maar van een bedroevend platte soort. Ik ben uiteindelijk
neergestreken bij Sam's Café,
dat weinig van een café heeft. Het is een koffiebarretje waar je ook
drank kunt krijgen en waar ik aan een wiebelend tafeltje in de
stationshal zit te betreuren dat die aardige achterafbar uit de oude
hal aan het modernisme is geofferd. Ik ben inmiddels omsingeld door
vier leuke, Spaanse meisjes met vier enorme koffers. Het geeft een
beetje gevoel van veiligheid in deze mensvijandige ruimte, waar ik
nog drie kwartier moet doorbrengen. Ik heb mij bij het boeken van de
Thalys naar Rotterdam een uur vergist. Vroeger stapte je gewoon in de
eerstvolgende Beneluxtrein naar Dordrecht, maar ook dat comfort is
door de NS verziekt. Ik was ooit een enthousiaste treinreiziger, tot
de NS ging vernieuwen en moderniseren, wat voor Dordtenaren
vooralsnog alleen maar slechtere en tragere verbindingen oplevert. Ze
zouden je na een paar biertjes maar in zo'n akelige sprinter duwen,
waarin niet eens een toilet is.
De Spaansen
kwetteren er vrolijk op los. Het lijkt wel of ik nog in Londen zit,
van waaruit ik zojuist met de Eurostar ben gearriveerd. Een prettige
en comfortabele reis. Daar kan de intercity van Amsterdam naar
Vlissingen niet tegenop, maar eerlijk is eerlijk, die is goedkoper.
Bijna geen stationsrestauraties meer en geen catering in de
intercity's. Hollandse karigheid troef. Ja, in de Fyra komen ze met
een karretje langs, maar dat is voorlopig zo'n onbetrouwbare
verbinding dat ik liever de Thalys neem, waarin het je aan niets
ontbreekt. Koffie, thee en een hapje bij de prijs inbegrepen, want ik
reis eersteklas op zulke afstanden. In Londen hoorde ik ook veel
Spaans, Italiaans en Frans. Soms Portugees en gisteren zat ik in de
metro tussen een stel Grieken. Er zongen ook veel talen rond die ik
niet herkende, maar het was al met al een prettig, kosmopolitisch
concert.
Hoe lang
nog, denk ik als ik al die rampberichten lees over stijgende
zeespiegels door razendsnel smeltende poolkappen. Ik blijf een
optimist. Die Spaanse meisjes kunnen nog op een bergtop gaan zitten
als de boel begint onder te lopen, maar wij? Heel Nederland op de
Vaalserberg, dat wordt nog lachen. Erg gelachen heb ik ook om die
idioten die zich op verschillende plekken op aarde verschansten omdat
de wereld op 21 december zou vergaan, behalve het gat waar zij zich
hadden ingegraven. Er waren er ook bij die geloofden dat zij daar
tijdig door buitenaardse wezens zouden worden opgehaald. Geloven dat
de wereld vergaat, het is een zich om de zoveel tijd herhalende
psychose. Zeker, de wereld gaat een keer ten onder, omdat onze
planeet niet langer tegen een uit haar voegen gefokte mensheid
bestand zal blijken. Wie de wereld wil redden moet stoppen met
kinderen maken. Ik kijk naar de Spaanse meisjes. Zij wekken bepaalde
gedachten die mij doen beseffen dat ik niet voor wereldredder in de
wieg ben gelegd.
©Kees
Klok
1 opmerking:
wat ben je heerlijk aan het ouwehoeren - lees net je blog voor aan mijn vrouw - de glimlach op onze gezichten zal vandaag niet meer verdwijnen, hoe drulsomberig het weer ook is!
Een reactie posten