zondag, oktober 13, 2013

Niet te versmaden zelfbedrog





Gerard Reve heeft eens opgemerkt dat een schrijver zich in wezen voortdurend herhaalt. Daar heeft hij misschien wel gelijk in. Je komt in je verhalen of gedichten weleens op iets terug. Er zijn ook dingen die het waard zijn eindeloos te worden herhaald, als het maar niet steeds in dezelfde bewoordingen hoeft. Slaapmiddelen zijn er al genoeg. Wat ik niet vaak genoeg kan herhalen is mijn liefde voor eilanden. Nee, dat maakt mij nog geen Boudewijn Büch, ik pak die twee echt kostbare boeken die ik heb ook niet met handschoentjes aan, maar ja, dat van die eilanden delen we. Iets wat ik ook al een paar keer heb geschreven.

Je hebt echte en imaginaire eilanden. Je hebt ook imaginaire eilanden die echt bestaan. Het Eiland van Dordrecht, bijvoorbeeld, met al die tunnels en bruggen. Toch voel ik mij, als ik langs de Merwede wandel, echt op een echt eiland. Dan volg ik de laatste waterbus van de dag (zelden een scheepje gezien dat zo lelijk van vorm en zo nuttig in gebruik is) naar zijn afmeerplek en denk ik: 'Zo, we zitten weer lekker knus met elkaar op het eiland.' Zelfbedrog is soms een aangenaam overlevingsmechanisme, hele religies zijn er uit voortgekomen.

Uiteraard wordt het eilandgevoel sterker naarmate het eiland verder van het vasteland ligt en er geen tunnels en bruggen zijn. Neem Texel. Daar kom je alleen maar door vanuit Den Helder over te steken met de boot. Op die boot begint mijn eilandgevoel al, hoewel het tochtje nog geen half uur duurt. Heel sterk heb ik het op Skyros, waar ik ook met enige regelmaat kom. Een paar keer per week landt er een vliegtuig en twee keer per dag kun je er met de boot heen. Heerlijk afgezonderd. Als de boot 's avonds na de laatste overtocht in de haven van Linaria ligt, bekruipt me een gevoel van geborgenheid: 'We zijn onder ons en wie doet me wat?' Het aantal gedenktekens van dodelijke verkeersongelukken die ik op mijn wandeling van Aspous, waar ik altijd verblijf, naar Skyros-stad tegenkom, bewijst dat ook dat een illusie is, maar zonder illusies is de wereld onleefbaar.

Het ultieme eilandgevoel zou ik krijgen op Tristan da Cunha, de meest geïsoleerde plek ter wereld. In Engelse handen en daarom toch aangenaam beschaafd. Om er te komen moet je letterlijk naar de andere kant van de wereld reizen en daarna nog een heel eind varen. Dat heb ik er niet voor over, maar toch verblijf ik er met enige regelmaat. Als virtueel toerist koester ik mij daar in niet te versmaden zelfbedrog.

©Kees Klok

Foto: auteur


1 opmerking:

Wim Jilleba zei

Die gevoelens deel ik met je Kees. Ook ik voel me een eilander. Niet zo vreemd natuurlijk want we zijn beiden op dit vermakelijke eiland geboren en deels getogen. Ik heb wat rondgeneusd in de familieberichten op de site van Tristan da Cunha en leerde, dat de mensen daar best oud worden.Of ze ook gelukkig zijn ga ik nog uitvinden hoop ik. Verrassende column Kees. Hartelijke groet, Wim.