Ik
vind Μια μέρα σαν αυτή (Zo'n
dag) wel een mooie titel voor mijn Griekse bundel. Die komt, als
alles loopt zoals bedoeld, dit voorjaar uit bij Loxias in
Thessaloniki. Loxias is een boekhandel, annex kafeneion, annex
bistro, annex uitgeverij. Voor elk wat wils, voor de maag en voor de
geest. Als ik in Thessaloniki ben, is het kafeneion mijn vaste plek,
zoals poffertjessalon Visser dat in Dordrecht is. In Visser wordt op
13 februari deel vier van mijn literaire dagboeken gepresenteerd,
onder de titel Mijn koffers gepakt.
Wanneer er een presentatie is van Μια μέρα σαν
αυτή, weet ik nog niet.
Ergens in het voorjaar. In het kafeneion, met muziek, voordrachten en
tsipouro.
De
eigenaar van Loxias, Ioannis Kyprianidis, is allereerst boekhandelaar
en uitgever, de andere activiteiten laat
hij aan zijn personeel over. Het kafeneion is een trefpunt van
kunstenaars, schrijvers en intellectuelen. Ooit schreef ik dat het
een plaats is om de crisis te vergeten. Dat is nog steeds zo, al komt
de economische en sociale catastrofe die Griekenland heeft getroffen
er wel vaak ter sprake. Ioannis Kyprianidis, door personeel en
stamgasten aangesproken met Loxias, is een charismatische man, met
een gezond gevoel voor humor en ironie. Een ouderwetse boekhandelaar,
die heel veel weet van boeken en schrijvers. Een soort wandelende
letterkundige encyclopedie. Voor zijn terugkeer naar Griekenland,
eind jaren tachtig, was hij zeventien jaar apotheker in het
Italiaanse Ferrara. Een veelzijdig man met wie ik bevriend raakte
toen ik na het overlijden van Stella Loxias ontdekte en al snel
stamgast werd.
Μια
μέρα σαν αυτή is
een selectie uit mijn poëzie.
Een deel daarvan is nog door Stella gemaakt. Zij koos ooit een aantal
gedichten uit, vertaalde die en publiceerde ze in verschillende
Griekstalige, literaire tijdschriften. Ik dacht dat het daar bij zou
blijven. Op een keer vroeg Loxias mij om met enkele Griekse dichters
op te treden op een literaire avond in het kafeneion. Bij mijn
voordracht in de Thracische
sociëteit in Thessaloniki, vorig jaar mei, zat hij op de voorste rij. Daarna
wilde hij een bundel van mij uitgeven. De rest van de selectie heb ik
zelf gemaakt. Die gedichten zijn vertaald door Nadia Poulou. Mijn
Grieks is niet goed genoeg om vanuit het Nederlands naar te vertalen
(je moet trouwens nooit vertalen vanuit je moedertaal naar een
andere, is mijn mening, uitsluitend andersom, tenminste, als het om
poëzie gaat). Mijn Grieks is wel goed genoeg om te kunnen oordelen
dat beide vertaalsters uitstekend werk hebben afgeleverd.
Ik
zie uit naar die bundel en naar de avond waarop hij wordt
gepresenteerd. Een vreugdevolle gebeurtenis met een droevige
ondertoon. Twee vrouwen die veel voor mij hebben betekend, de ene als
geliefde en inspiratiebron, de andere als inspirerend dichteres en
als mens, kunnen er niet meer bij zijn. Daarom wordt het boek
opgedragen aan Stella Timonidou-Klok (1946-2007) en aan Niki Marangou
(1948-2013).
©Kees
Klok
Geen opmerkingen:
Een reactie posten