Het
is tegen acht uur als ik naar de Alphabank loop. De zon is net op,
maar verschuilt zich achter de wolken. De alkyonische dagen, een
zonnige, windstille periode in midwinter, lopen ten einde. Er zijn al
veel kinderen op weg naar school. Ze dragen een fleurige rugzak of
slepen decadent een rolkoffertje achter zich aan. Soms is er een
ouder bij, meestal een grootouder. De bank is nog maar net open. Toch
staat er al iemand voor mij bij het loket met een ingewikkeld
probleem, dat twintig minuten vergt om te worden opgelost. Daarna
neem ik geld op van mijn bankboekje, bij de vriendelijke mevrouw die
Eleftheria heet. Ze kent mij bij naam, ik hoef mij nooit te
legitimeren. Eleftheria loopt een beetje kreupel vanwege een te kort
been en is dol op tulpen. Elk najaar neem ik een zak tulpenbollen
voor haar mee van Texel.
Ik
kan de meeste bankzaken via internet doen en gebruik maken van een
geldautomaat, maar het is veel prettiger om met mijn boekje naar
Eleftheria te gaan. Bovendien vertrouw ik het internet niet en je
moet maar afwachten of die geldautomaat je pasje niet inslikt. Na
Eleftheria moet ik naar Evangelia, aan een bureau naast de balie, om
een automatische betaling te regelen. Evangelia is jong en vrolijk.
Aan de muur achter haar hangt het portret van een streng kijkende,
negentiende eeuwer. De oprichter van de bank. Er kan geen glimlach
vanaf, net als bij het mannelijk personeel, waar de ernst van
afdruipt. Mannen in pak die dwangmatig streng en voornaam doen.
Vooral de directeur, aan een bureau tegenover de ingang. Hij is één
loodzwaar brok autoriteit. Hij heeft het gemaakt in het leven. Er
wordt hem koffie gebracht
en als iets zijn goedkeuring wegdraagt zet hij handtekeningen en
stempels. In Nederlandse bankkantoren wordt de directeur onzichtbaar
weggestopt, hier kraait hij publiekelijk koning.
Eenvoudig
een machtiging in de bus doen kan niet. Ik geef Evangelia de rekening
van mijn internetleverancier, waarna ze langdurig met haar computer
goochelt. Mijn ID moet er nu wel aan te pas komen en worden
gekopieerd. Hoeveel fotokopieën de bank inmiddels heeft, weet ik
niet, maar het zijn er veel. Privacy is een illusie. Er staan
verschillende andere klanten om mij heen, die ook iets willen regelen
met Evangelia. Terwijl ze nog volop met mijn machtiging bezig is,
roepen ze iets, vragen iets, zwaaien met papieren. Evangelia geeft
soms antwoord, hoort soms niets en voert ondertussen ook nog een
telefoongesprek. Ik moet een handtekening zetten en krijg een paar
papieren aangereikt, waarmee de zaak is afgedaan. Ik hoop dat mijn
internet niet blijkt afgesloten wegens wanbetaling als ik over een
paar maanden terugkom. Ik loop naar de uitgang. De directeur zit als
een officier van piket achter zijn bureau. Ik spring nog net niet in
de houding.
©Kees
Klok
Geen opmerkingen:
Een reactie posten