vrijdag, november 14, 2014

Brieven aan Stella




Lieve Stella,

Als wij na een zomervakantie terugkwamen in Nederland, klaagde je meestal over de wind, de kou en vooral het vocht. We leven niet voor niets in een moeras dat westelijk Nederland in feite is. Met een zekere afkeer keek je naar de groen uitgeslagen stoeptegels. Inderdaad, van het vocht. Daarna was je alweer snel gewend, al was je blij als we de sombere wintermaanden even onderbraken om met kerst de Griekse zon te zien. Dit keer was het anders: ik kwam vanuit een winderig, kil en nat Thessaloniki terug in een nazomerend Dordrecht. Het trottoir is nog steeds groen uitgeslagen, maar het was aangenaam zacht toen ik uit de taxi stapte. Ik heb zo snel mogelijk een paar noodzakelijke dingen uitgepakt, zoals de kaas, die in de koelkast moest, en de overhemden, die aan de hanger moesten ontkreuken. Daarna ben ik op de fiets gesprongen en naar Merz gesneld om de wedstrijd Ajax - FC Dordrecht te zien. Ik hoopte op een stunt, maar net toen ik binnenkwam viel het eerste Amsterdamse doelpunt.

'De negentiende eeuw is mijn eeuw,' zei je weleens, als we naar een kostuumdrama van de BBC keken. Ik was het wel met je eens, maar eigenlijk voel ik nog meer voor de tweede helft van de achttiende eeuw. De tijd waarin zowel het Rationalisme als de Romantiek opkwamen. Wij noemden onszelf aanhangers van de Verlichting, maar waren in ons hart evengoed bewonderaars van de Romantiek. Jij, bijvoorbeeld, met je voorliefde voor de schilderijen van Constable en vooral Turner. Ik loop nog altijd wel een beetje warm voor een dosis Sturm und Drang, maar de rationalist in mij roept dan al snel dat ik niet moet overdrijven.

Het gaat niet goed met FC Dordrecht, we staan onderaan in de Eredivisie en die wedstrijd tegen Ajax werd verloren met 4-0. De rationalist in mij zegt dat het een wonder zou zijn als de club met zijn minibudgetje zich zou handhaven op het hoogste niveau. De romanticus zegt dat het gewoon gaat lukken, omdat dit team zich met inzet en enthousiasme boven zichzelf gaat uittillen en daardoor op de voetbalparnassus blijft. Ik verklaar mijzelf voor gek en ik vind mijzelf volkomen normaal. Wat zou ik graag over dit soort dingen met je filosoferen tijdens die heerlijke minuten samen in bed, vlak voor het inslapen. Dat is vaak het ogenblik van de dag dat de leegte die je hebt achtergelaten heel schrijnend is.

Ik ben deze week voor het eerst sinds een tijd weer gaan schaken bij De Willige Dame. Binnen een uur had ik mijn tegenstander van het bord gespeeld. Ik speelde scherp en aanvallend. Met succes, zoals het aanvallende spel van FC Dordrecht uiteindelijk ook weer succes zal opleveren, net als vorig jaar. De scherpte moet er alleen nog iets meer inkomen. Ik speelde niet tegen een van de toppers in de competitie, maar ook niet tegen een van de minsten. Ik zie het als een gunstig voorteken voor de komende wedstrijd van Dordt tegen FC Twente. De rationalist in mij zegt dat het geloof in voortekenen onzin en flauwekul is, de romanticus probeert zich er toch aan vast te klampen. Een beetje mal ben ik wel. Ik stap altijd links in en uit bed, dan slaap je beter en donder je er niet uit tijdens een wilde droom, en je ziet mij niet snel onder een ladder doorlopen. Rudimenten van de prehistorische geest van de mens. Uit de tijd dat we geloofden dat natuurrampen en enge ziekten werden veroorzaakt door wezens machtiger en mysterieuzer dan onszelf. Geloof, bijgeloof, het irrationele in ons, het kan leiden tot moord en doodslag, of tot vaag gezever.

Pas las ik ergens een artikel over mensen die geloven dat de elfen en tovenaars uit de boeken van Tolkien werkelijk bestaan, ergens in een Midden-Aarde. Ze geloven geestelijk contact met hen te hebben. Onder de aanhangers zouden nogal wat intellectuelen zitten. Ik vind De hobbit en In de ban van de ring fascinerende, epische vertellingen, die ik min of meer uit mijn hoofd ken, zo vaak heb ik ze herlezen, maar ze hebben geen groter werkelijkheidsgehalte dan de verhalen van Karl May. Die las ik ook graag. Vooral de boeken die op de Balkan en in het Nabije Oosten spelen. Hij heeft er nooit een stap gezet, maar hij beschrijft de wijze waarop Koerdische verzetsstrijders een Turkse troepenmacht in de val laten lopen alsof hij in de streek is geboren. We hebben het dan trouwens over achttienhonderdzoveel. Die confrontatie loopt voor beide partijen met een sisser af, dankzij de onverschrokken Kara-ben-Nemsi en zijn rechterhand, het opgewonden standje hatzi Halef met zijn zweep van nijlpaardenleer. Door Koerdistan heet het boek waarin dat verhaal staat. Ik heb er een ongedateerde uitgave van, geërfd van mijn vader, door het Hollandsch Uitgeversfonds Amsterdam. Hoe oud, weet ik niet, maar in ieder geval in die heerlijke spelling van voor 1948. Ik heb drie van de vijf delen uit die serie. Door het land der Skipetaren en De Shoet ontbreken. Misschien zie ik die nog eens liggen op de Dordtse boekenmarkt. Aan de ene kant moet ik nu werkelijk eens enige ordening aanbrengen in ons uit de hand lopende boekenbezit, hoe pijnlijk het ook zal worden om een deel de deur uit te doen, aan de andere kant zou ik zo'n serie wel graag compleet willen hebben.

Zojuist heb ik weer een verse roos bij je foto in de woonkamer gezet. Door het zachte weer zijn de rozen opnieuw gaan bloeien. Je staat nog steeds op het antieke kastje dat ik van tante Christien heb geërfd. Ook een vrouw die van grote, ik mag wel zeggen vormende betekenis voor mij is geweest, net als jij. Ze was een derde oma voor mij, of misschien wel mijn 'echte' oma. Mijn grootmoeder in Rotterdam overleed al toen ik drie of vier was, mijn Dordtse oma toen ik tien was, maar daarvoor was zij al een paar jaar nauwelijks aanspreekbaar na enkele hersenbloedingen. Bij tante Christien kwam ik bijna dagelijks over de vloer. Door haar verhalen (en vertellen kon ze!) raakte ik al vroeg in de ban van geschiedenis. Dat gecombineerd met de leeslust die ik van mijn vader heb, is van grote betekenis geweest. Net als jij is zij te vroeg uit mijn leven weggerukt. Ik was dertien toen ze overleed. Wat mij nog steeds pijn doet, en wat ik ook nog steeds niet begrijp, is dat ik van mijn moeder, haar executeur-testamentair, niet naar de begrafenis mocht. Ik zat in de tweede op Mulo-Groenedijk en wist het tijdstip. Ik vroeg de leraar, geen idee meer wie dat toen was, of ik naar het toilet mocht, heb mijn jas aangetrokken, ben door de achterdeur het gebouw uitgelopen en naar het kerkhof gefietst. Toen de rouwstoet aankwam stond ik die op te wachten bij de aula. Het was net zo'n mistige, koude novemberdag als nu. De herfst, het voorstadium van de dood, heeft eergisteren het zachte weer verdreven. Mijn ouders hebben er nooit iets van gezegd. Ik denk dat ze het wel begrepen.

In gedachten, altijd,

Kees

Dordrecht, 5 november 2014

Foto: auteur


2 opmerkingen:

mhopman zei

Beste Kees,
Beide door jou genoemde ontbrekende boekjes staan op boekwinkeltjes.nl te koop voor prijzen onder de tien euro.Déze lacune kun je dus snel opvullen.
Groetenis,MARTIN.

http://www.boekwinkeltjes.nl/uitgebreid_zoeken.php?schrijver=&titel=door+het+land+van+de+skipetaren&overig=&tweedehands=1&nieuw=1

Kees Klok zei

Veel dank voor de tip.