Hij leest met verbijstering over de verhoren in de Tweede Kamer van politici die betrokken waren bij de toeslagenaffaire. Een Kamerlid sprak over bestuurlijk onvermogen, hij vindt het een ongehoord vertoon van wanbestuur.
Hij vraagt zich af of hoe geloofwaardig het kabinet nog is. De praatjes die premier Rutte onlangs verkocht over mondkapjes die je niet in de kerk hoeft te dragen. Het geklooi en getraineer in het Groningse aardbevingsgebied, het nauwelijks wat doen aan het geringe aantal ic-bedden tussen de eerste en tweede coronagolf. Het hypocriete klappen voor de zorg en ondertussen opslag weigeren. Het gestuntel met de corona-app, de steeds door de werkelijkheid achterhaalde beloften over het 'opschalen' van coronatesten en wat te zeggen van de coronamaatregelen? Hij vraagt zich ernstig af hoe proportioneel die zijn. Zeker is dat in de horeca een onvoorstelbare kaalslag en verwoesting dreigt, terwijl de cultuursector bezig is in het coronaniets op te lossen, om van de toestanden in het onderwijs maar te zwijgen.
Hij zou niet graag in het kabinet zitten. Met zo'n handvol brekebenen regeren over Nederlanders met hun vuurwerk, coronafeestjes en hysterisch koopjesgedrag rondom Black Friday. Je kunt dat de mensen eigenlijk niet kwalijk nemen, vindt hij, je zou maar negen maanden lang worden gedwongen tot tegennatuurlijk, niet bij een sociaal wezen als de homo sapiens passend, gedrag.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten