donderdag, augustus 16, 2012

Schrik en teleurstelling


Ik loop in de King's Road in Portsmouth. Het is zonnig zomerweer. Een meter of tien voor mij lopen twee opvallend aantrekkelijke meisjes van een jaar of zeventien. De leeftijd waarop je illusies nog vloeibaar zijn, nog geen vaste vorm hebben aangenomen. Het ene heeft lang rood, het andere iets korter, glanzend zwart haar. Ik moet aan W. en S. denken, deze zomer tweeënveertig jaar geleden. Ik aanbad ze allebei. W. beantwoordde dat gretig, S. schoorvoetend. Ik had een lichte voorkeur voor S., maar kon eigenlijk niet kiezen. Als W. niet ongesteld was geweest toen ik een weekeinde bij haar logeerde, een weekeinde waarin haar familie van huis was, zou zij het meisje zijn geworden waarmee ik het voor het eerst had gedaan. Als goedmaker mocht ik aan haar borsten zitten. Bij S. was er geen sprake van ergens aanzitten. Misschien ook omdat zij uit een streng katholieke familie kwam, die nog biechtte. Ik bleef die zomer langer dan normaal in Engeland. Dat kwam doordat je na je eindexamen werd beloond met een paar weken extra vakantie. Daarna schreef ik hen nog een tijdlang brieven. Tot S. verliefd werd op een wielrenner, waarmee zij al snel trouwde en ik een Dordts meisje leerde kennen dat mij inwijdde in het samenzijn. Moest ik W. daarover schrijven? Toen ik dat tenslotte deed, bleek zij al een tijd een ander vriendje te hebben. Ik ben S. en W. daarna uit het oog verloren.

De meisjes steken de straat over en verdwijnen om een hoek. Ik ga een pint halen in een nabije pub. Eentje met een terras, want ik wil mijn pijp roken. Engelsen hebben een obsessie met veiligheid en risico's. Overal hangen veiligheidscamera's, althans bordjes die beweren dat die camera's er zijn. Op een toilet in een universiteitsgebouw zag ik vanmorgen een grote affiche met een waarschuwing tegen meningitis. We werden dringend gemaand onze handen te wassen. Ondertussen eten ze te vet, bewegen ze te weinig en drinken zij zich te pletter in de korte avond dat de kroeg open is. Aan seksuele voorlichting in het onderwijs wordt niet gedaan, maar ze bedrijven er al enthousiast de liefde, of anders gaan ze massaal naar Salou of Torremolinos om zich uit te leven. Nee, lang niet allemaal, dat weet ik ook wel, en ik veroordeel niets, want als die twee meisjes van net om de hoek eens hadden willen kijken of het bij een man van zestig allemaal nog wel werkt, was het vlees misschien ook sterker geweest dan de geest. Ik verbaas mij alleen over die wonderlijke kloof tussen het obsessieve uit willen bannen van allerlei risico's die nu eenmaal bij het leven horen, en de dagelijkse praktijk. Je ziet dat in Griekenland ook: in iedere straat drie apotheken, maar een verkeersgedrag dat elk voorstellingsvermogen tart.

Wat zou er van W. en van S. zijn geworden? Zouden ze nog leven? Er zijn tegenwoordig allerlei mogelijkheden om oude geliefden te achterhalen. Er zijn zelfs televisieprogramma's voor, compleet met weerziens in tranen na avontuurlijke speurtochten. Stel je voor, je kop na veertig jaar op de buis, in niets meer lijkend op die van vroeger. Hoeveel mensen hebben omwille van de kijkcijfers de afgelopen jaren hun schrik en teleurstelling niet moeten verbergen?

©Kees Klok

Porstmouth, 10 augustus 2012


Geen opmerkingen: