Jane Austen
was maar tweeënveertig toen ze stierf. Dat wist ik, maar ik
realiseer het mij pas als ik een herdenkingsplaquette zie in de kerk
van Steventon, Hampshire, waar haar vader en later haar broer
predikant waren. Zij was misschien nog niet eens op haar hoogtepunt
als schrijfster. Dat zullen we nooit weten. We zullen het moeten doen
met het oeuvre dat ze naliet.
Ik heb een
aantal jaren gestudeerd met P., MO-geschiedenis. Hij zou die studie,
net als ik, afronden aan de universiteit. Er kwam een ellendige
liefdesaffaire tussen en toen die achter de rug was, klopte de kanker
aan. P. ging daar aan dood. Hij was een beter student dan ik. Hij zou
ooit promoveren, dat stond voor mij vast. Ik moet daar aan denken als
ik over het romantische, maar verwaarloosde kerkhof loop. Ik heb mij
even losgemaakt van het reisgezelschap. Het is doodstil. In de verte
zie ik twee ruiters, te ver weg om de paarden te horen. Ik denk aan
Jane Austen en aan hoe enthousiast Stella over haar sprak met Andreas
Pappas, die Emma in
het Grieks vertaalde. Hij bezocht ons in Dordrecht. Ik heb zijn
telefoonnummer en adres niet. Zijn e-mail werkt niet. Na vier en een
half jaar heb ik hem nog niet van haar overlijden kunnen vertellen.
©Kees
Klok
Portsmouth,
12 augustus 2012.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten