Wij bezoeken
het graf van Ellen Ternan, op de Highland Road Cemetary in
Portsmouth. We zijn met een buslading conferentiegangers. Een
dubbeldekker. De groep baant zich een weg tussen en over graven in
verschillende staten van verwaarlozing. Alsof de begraafplaats niet
meer in gebruik is. Toch zie ik ergens tussen de omgevallen zerken
een nieuw graf, meen ik, met verse bloemen. Later blijkt het uit 1930
te zijn, bruin graniet, kunstbloemen, misschien nog onderhouden door
een zorgzame nazaat.
Het graf van
Ellen Ternan is in goede staat. Het is niet zo lang geleden
gerestaureerd op kosten van de afdeling Boulogne-sur-Mer van de
Dickens Fellowship. Ellen Ternan heette later Ellen Wharton Robinson.
Na het overlijden van Charles Dickens werd zij Mrs. Robinson.
Daarvoor had ze dertien jaar een verhouding met Dickens. Een
verhouding waar omheen nog steeds een mistsluier hangt. Een
verhouding die zich in het Victoriaanse Engeland, met zijn benepen en
hypocriete moraal, in het diepste geheim voltrok, volgens biografe
Claire Tomalin. De reden zou zijn dat Dickens zijn reputatie als
gentleman, waarvoor
hij zijn leven lang hard werkte, niet in de waagschaal wilde stellen.
Hij verbrandde daartoe bewijsmateriaal en richtte onder een valse
naam, buiten Londen, een liefdesnestje in. Vreemd, want hij was
ongehoord beroemd en beroemde lieden worden gemakkelijk herkend.
Professor Tony Pointon is het niet met Tomalin eens. 'Iedere
gentleman had in die
tijd een maîtresse, daar werd geen aanstoot aangenomen,' zei hij in
zijn lezing op de conferentie.
Dickens had
wel meer vreemde dingen. Hij scheidde niet officieel van zijn vrouw
Catherine, dat zou zijn reputatie schaden, maar wel van tafel en bed.
Vervolgens kondigde hij dat publiekelijk aan, waarbij hij haar,
volgens Tomalin, op beschamende wijze te schande zette. Ook daar is
professor Pointon het niet mee eens. Die publieke aankondiging was
vanwege de reactie van de schoonfamilie en Dickens zette helemaal
niemand te schande, hij liet Catherine zelfs de scheidingsvoorwaarden
opstellen, is zijn standpunt. Volgens Tomalin was het grootste
verwijt dat Dickens haar maakte, dat zij veelvuldig zwanger werd (zij
kregen tien kinderen), zonder zijn eigen rol daarbij in te zien. Ook
dat bestrijdt Pointon, evenals Tomalins mededeling dat hij de
kinderen bij Catherine weghaalde en haar de toegang tot zijn woning
ontzegde. 'Allemaal bewuste kwaadsprekerij,' volgens Pointon. Dickens
zou haar geen enkele beperking hebben opgelegd en het zou tekenend
zijn dat geen van de kinderen Dickens bij haar wilde gaan wonen. Op
een zoon na en dat onder druk van Dickens zelf. Het heeft mijn
nieuwsgierigheid naar de bronnen gewekt, maar dan moet ik op zoek in
Londen en daar heb ik voorlopig de tijd niet voor.
Mark
Dickens, commander bij de Royal Navy, nazaat en vigerend president
van de Dickens Fellowship, vertelt dat Ellen de verhouding met zijn
betovergrootvader eveneens heeft verzwegen, ook na de dood van
Dickens. Wel heeft ze ook daarna altijd vriendschappelijke banden met
de familie onderhouden. Hij wijst op een foto in de biografie van
Tomalin (Dickens. A Life.
2011), waarop enkele kleinkinderen van Dickens, waaronder zijn
grootvader, op het strand spelen met de kinderen van Ternan. Tomalin
schrijft niet alleen uitgebreid over de affaire in dit boek, dat deed
ze eerder in haar biografie van Ellen (The
Invisible Woman. 1990). Tomalin probeert veel
aannemelijk te maken, zoals het bestaan van een kort na de geboorte
gestorven zoontje, maar vrijwel altijd op grond van afgeleid bewijs.
Charles
Dickens was vijfenveertig toen hij de achttienjarige Ellen leerde
kennen. Ik vraag mij af hoe het moet zijn geweest voor die slimme,
mooie en piepjonge actrice, om in de schaduw te gaan leven van de
beroemdste schrijver van zijn tijd. Meer dan dat. Dickens had de
status van een superster. Wat maakte het dat ze het tot zijn dood met
hem volhield? Wat betekende dat voor haar? Hoe verhielden zij zich
tot elkaar? We zullen het waarschijnlijk nooit precies weten. Ik kan mij niet
voorstellen dat het boek over deze bewogen periode in het leven van
Dickens, waaraan Michael Slater werkt (en dat binnenkort verschijnt)
op deze vragen antwoord gaat geven.
©Kees
Klok
Portsmouth,
11 augustus 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten