zaterdag, augustus 18, 2012

Geen antwoord


Wij bezoeken het graf van Ellen Ternan, op de Highland Road Cemetary in Portsmouth. We zijn met een buslading conferentiegangers. Een dubbeldekker. De groep baant zich een weg tussen en over graven in verschillende staten van verwaarlozing. Alsof de begraafplaats niet meer in gebruik is. Toch zie ik ergens tussen de omgevallen zerken een nieuw graf, meen ik, met verse bloemen. Later blijkt het uit 1930 te zijn, bruin graniet, kunstbloemen, misschien nog onderhouden door een zorgzame nazaat.

Het graf van Ellen Ternan is in goede staat. Het is niet zo lang geleden gerestaureerd op kosten van de afdeling Boulogne-sur-Mer van de Dickens Fellowship. Ellen Ternan heette later Ellen Wharton Robinson. Na het overlijden van Charles Dickens werd zij Mrs. Robinson. Daarvoor had ze dertien jaar een verhouding met Dickens. Een verhouding waar omheen nog steeds een mistsluier hangt. Een verhouding die zich in het Victoriaanse Engeland, met zijn benepen en hypocriete moraal, in het diepste geheim voltrok, volgens biografe Claire Tomalin. De reden zou zijn dat Dickens zijn reputatie als gentleman, waarvoor hij zijn leven lang hard werkte, niet in de waagschaal wilde stellen. Hij verbrandde daartoe bewijsmateriaal en richtte onder een valse naam, buiten Londen, een liefdesnestje in. Vreemd, want hij was ongehoord beroemd en beroemde lieden worden gemakkelijk herkend. Professor Tony Pointon is het niet met Tomalin eens. 'Iedere gentleman had in die tijd een maîtresse, daar werd geen aanstoot aangenomen,' zei hij in zijn lezing op de conferentie.

Dickens had wel meer vreemde dingen. Hij scheidde niet officieel van zijn vrouw Catherine, dat zou zijn reputatie schaden, maar wel van tafel en bed. Vervolgens kondigde hij dat publiekelijk aan, waarbij hij haar, volgens Tomalin, op beschamende wijze te schande zette. Ook daar is professor Pointon het niet mee eens. Die publieke aankondiging was vanwege de reactie van de schoonfamilie en Dickens zette helemaal niemand te schande, hij liet Catherine zelfs de scheidingsvoorwaarden opstellen, is zijn standpunt. Volgens Tomalin was het grootste verwijt dat Dickens haar maakte, dat zij veelvuldig zwanger werd (zij kregen tien kinderen), zonder zijn eigen rol daarbij in te zien. Ook dat bestrijdt Pointon, evenals Tomalins mededeling dat hij de kinderen bij Catherine weghaalde en haar de toegang tot zijn woning ontzegde. 'Allemaal bewuste kwaadsprekerij,' volgens Pointon. Dickens zou haar geen enkele beperking hebben opgelegd en het zou tekenend zijn dat geen van de kinderen Dickens bij haar wilde gaan wonen. Op een zoon na en dat onder druk van Dickens zelf. Het heeft mijn nieuwsgierigheid naar de bronnen gewekt, maar dan moet ik op zoek in Londen en daar heb ik voorlopig de tijd niet voor.

Mark Dickens, commander bij de Royal Navy, nazaat en vigerend president van de Dickens Fellowship, vertelt dat Ellen de verhouding met zijn betovergrootvader eveneens heeft verzwegen, ook na de dood van Dickens. Wel heeft ze ook daarna altijd vriendschappelijke banden met de familie onderhouden. Hij wijst op een foto in de biografie van Tomalin (Dickens. A Life. 2011), waarop enkele kleinkinderen van Dickens, waaronder zijn grootvader, op het strand spelen met de kinderen van Ternan. Tomalin schrijft niet alleen uitgebreid over de affaire in dit boek, dat deed ze eerder in haar biografie van Ellen (The Invisible Woman. 1990). Tomalin probeert veel aannemelijk te maken, zoals het bestaan van een kort na de geboorte gestorven zoontje, maar vrijwel altijd op grond van afgeleid bewijs.

Charles Dickens was vijfenveertig toen hij de achttienjarige Ellen leerde kennen. Ik vraag mij af hoe het moet zijn geweest voor die slimme, mooie en piepjonge actrice, om in de schaduw te gaan leven van de beroemdste schrijver van zijn tijd. Meer dan dat. Dickens had de status van een superster. Wat maakte het dat ze het tot zijn dood met hem volhield? Wat betekende dat voor haar? Hoe verhielden zij zich tot elkaar? We zullen het waarschijnlijk nooit precies weten. Ik kan mij niet voorstellen dat het boek over deze bewogen periode in het leven van Dickens, waaraan Michael Slater werkt (en dat binnenkort verschijnt) op deze vragen antwoord gaat geven.

©Kees Klok

Portsmouth, 11 augustus 2012


Geen opmerkingen: