woensdag, augustus 29, 2012

iPad


Soms schreef ik weleens iets direct op de schrijfmachine, later op de tekstverwerker en weer later op de computer. Dat doe ik nauwelijks meer, op routinebriefjes en e-mails na. Gedichten, verhalen, artikelen en cursieven schrijf ik alweer een tijdlang eerst met de hand. Daarna gaat het resultaat de computer in. Een oerversie met de hand heeft het voordeel dat ik al werkende mijn gedachten rustig kan ordenen en ze kan opschrijven in een kalm tempo. Haast en schrijven gaan bij mij niet samen. Een ander voordeel is dat ik niet in de verleiding kom om om de haverklap naar facebook over te schakelen, of naar de een of andere nieuwspagina.

De computer spaart tijd. Tweede, derde, vierde versies zijn zo gecorrigeerd, maar die tijdwinst gaat steeds weer teniet als ik mij te veel door alles wat het internet te bieden heeft laat afleiden. Internet, die mysterieuze informatiewolk die om de aarde hangt. Een omgeving waarin je de paus kunt tegenkomen, de school van je dochter, miskende dichters, de sport, fundamentalistische bedreigers, de porno-industrie... De ontroerendste liefdespoëzie naast films van de voluptueuze pornoster die opereert onder de naam Bella Rossi en die zich graag laat vastbinden en afranselen. De prachtigste reisreportages naast de gruwelijkste beelden van moord en doodslag. De hemel en de hel bijeen in een magnetisch veld waarmee het zo afgelopen kan zijn door een fatale zonnestorm, of een of ander door de mens veroorzaakt onheil. Dan ben je met een vulpen en een schrijfblok nog niet zo slecht af. Later kun je de boel trouwens altijd nog door iemand als Joop Schafthuizen naar een veiling laten brengen. Tenminste, als je boeken een beetje worden gelezen.

Ik was op een conferentie in Engeland. Ik logeerde in een studentenkamer zonder televisie en radio. Mijn laptop had ik thuisgelaten. Wel had ik twee vulpennen, een potje inkt, een vulpotlood, een moleskin notitieboekje en een schrijfblok bij me. Het programma van de conferentie was wat overladen en tussendoor moest ik naar de pub. De gelegenheid om in een Engelse local een pint of bitter te drinken, laat ik mij niet gauw ontgaan. Toch heb ik er vruchtbaar geschreven, in dat stille hok, ergens achterin dat labyrintische gebouw in Portsmouth, met als achtergrondmuziek het melancholieke geklaag van de meeuwen. Even niet met de computer op stap kan een zegen zijn. Ik overweeg de aanschaf van een iPad, maar ik weet niet of ik dat mezelf wel moet aandoen.

©Kees Klok


1 opmerking:

Wim Jilleba zei

Dat zou ik niet doen Kees, met die zelfbenoemde zwakheid voor het internet. We willen je wel graag blijven lezen!
Hartelijke groet, Wim