Soms schreef
ik weleens iets direct op de schrijfmachine, later op de
tekstverwerker en weer later op de computer. Dat doe ik nauwelijks
meer, op routinebriefjes en e-mails na. Gedichten, verhalen,
artikelen en cursieven schrijf ik alweer een tijdlang eerst met de
hand. Daarna gaat het resultaat de computer in. Een oerversie met de
hand heeft het voordeel dat ik al werkende mijn gedachten rustig kan
ordenen en ze kan opschrijven in een kalm tempo. Haast en schrijven
gaan bij mij niet samen. Een ander voordeel is dat ik niet in de
verleiding kom om om de haverklap naar facebook over te schakelen, of
naar de een of andere nieuwspagina.
De computer
spaart tijd. Tweede, derde, vierde versies zijn zo gecorrigeerd, maar
die tijdwinst gaat steeds weer teniet als ik mij te veel door alles
wat het internet te bieden heeft laat afleiden. Internet, die
mysterieuze informatiewolk die om de aarde hangt. Een omgeving waarin
je de paus kunt tegenkomen, de school van je dochter, miskende
dichters, de sport, fundamentalistische bedreigers, de
porno-industrie... De ontroerendste liefdespoëzie
naast films van de voluptueuze pornoster die opereert onder de naam
Bella Rossi en die zich graag laat vastbinden en afranselen. De
prachtigste reisreportages naast de gruwelijkste beelden van moord en
doodslag. De hemel en de hel bijeen in een magnetisch veld waarmee
het zo afgelopen kan zijn door een fatale zonnestorm, of een of ander
door de mens veroorzaakt onheil. Dan ben je met een vulpen en een
schrijfblok nog niet zo slecht af. Later kun je de boel trouwens
altijd nog door iemand als Joop Schafthuizen naar een veiling laten
brengen. Tenminste, als je boeken een beetje worden gelezen.
Ik was op
een conferentie in Engeland. Ik logeerde in een studentenkamer zonder
televisie en radio. Mijn laptop had ik thuisgelaten. Wel had ik twee
vulpennen, een potje inkt, een vulpotlood, een moleskin notitieboekje
en een schrijfblok bij me. Het programma van de conferentie was wat
overladen en tussendoor moest ik naar de pub. De gelegenheid om in
een Engelse local een pint of bitter
te drinken, laat ik mij niet gauw ontgaan. Toch heb ik er vruchtbaar
geschreven, in dat stille hok, ergens achterin dat labyrintische
gebouw in Portsmouth, met als achtergrondmuziek het melancholieke
geklaag van de meeuwen. Even niet met de computer op stap kan een
zegen zijn. Ik overweeg de aanschaf van een iPad, maar ik weet niet
of ik dat mezelf wel moet aandoen.
©Kees
Klok
1 opmerking:
Dat zou ik niet doen Kees, met die zelfbenoemde zwakheid voor het internet. We willen je wel graag blijven lezen!
Hartelijke groet, Wim
Een reactie posten