Na
zonsondergang werd het te fris om buiten te zitten in het park, bij
Xarchákos, maar Loxias vond ik nog gesloten. Ik weet wel dat die op
zondag pas om acht uur 's avonds open gaat, maar je kunt er weinig
peil op trekken, soms zijn ze gewoon de hele zondag open. Nu staarde
het rolluik mij vijandig aan en ben ik doorgelopen naar het Varken.
Ik ben de enige klant. Of dat door de crisis komt of doordat PAOK
voetbalt en hier geen televisiescherm is, weet ik niet, maar van tijd
tot tijd houd ik wel van een rustig café, waar ik ongestoord kan
lezen of schrijven. Het meisje dat er al jaren bedient en waarvan ik
de naam steeds vergeet, vraagt mij, als ze de koffie brengt, of ik
een asbak wil. Ik antwoord dat ik graag een asbak wil en steek een
pijp op.
Na de koffie
bestel ik een half litertje rode wijn. Die is van Aidarini uit
Goumenissa, een oud-leerling van Stella. Dat heeft het Varken zelf
mij onlangs verteld. Een mooie, volle wijn voor maar een handvol
euro's. Ik begrijp niet waarom ik zo zelden wijnen uit Griekenland in
de Nederlandse schappen zie. In het buitenland doen Grieken het vaak
goed in het zakenleven, daarvan heb ik verschillende, sprekende
voorbeelden in mijn familiekring, maar zodra ze opereren binnen de
grenzen van hun eigen land lijkt een verstikkende deken van inefficiëntie en bureaucratie menig
initiatief te smoren.
Ik schrijf
weleens over Griekenland. Op mijn weblog, in een tijdschrift of in
een krant. Dat laatste niet vaak, want als een redactie een stuk over
Griekenland en keer 'actueel' vindt, dan willen ze erin knoeien
zonder overleg. De redactie maakt uit, de schrijver heeft het
nakijken. In zo'n geval maak ik ruzie. Ooit voegde een
bureauredacteur van Spiegel Historiael zonder overleg een zin toe aan
een stuk van mij. Hij zette er een Griekse koning in die voor het
artikel geheel irrelevant was, omdat hij in een andere tijd leefde.
Ik vind zo'n redacteur een onbeschofte boerenlul. Dat zette ik niet
in de brief waarin ik bij de hoofdredacteur bezwaar maakte. Die
stuurde een lacherig antwoord in de trant van 'jongen maak je niet zo
druk.' Voor zo'n tijdschrift schrijf je niet meer zolang een
dergelijk stel aan het roer staat. Als ik het over Griekenland heb,
voel ik mij weleens een roepende in de woestijn. Veel Nederlanders
wentelen zich nog in de modder van vooroordelen en halve waarheden
die een deel van de media, de Telegraaf voorop (altijd
voorop als het om leugens en halve waarheden gaat) rondtettert. Er
valt niet overheen te schreeuwen, ze blijven de onzin geloven.
Ik kijk naar
het meisje dat bedient, dat hier dagelijks tien uur per dag rondloopt
voor misschien twintig euro. Daar moeten haar huur en de
paniekbelastingen nog vanaf. Daarom gaat ze na die tien uur werken in
een nachtcafé. Soms maakt een 'facebookvriend' zo'n stompzinnige
Hollandse grap over de Grieken ('Dertig miljard naar Griekenland en
mijn grootmoeder naar de voedselbank.'). Zo iemand gooi ik
onmiddellijk uit mijn bestand. Al was het alleen al voor dat meisje.
©Kees
Klok
1 opmerking:
Vandaag zag ik een Facebook vriend die een artikel van de Gouden Dageraad had geplaatst. Direct verwijderd dus. De jeugd is de toekomst, dus dat meisje, en mat haar alle meisjes en jongens, moeten door de nadenkenden beschermd worden voorzover het mogelijk is.
Een reactie posten