zaterdag, oktober 11, 2014

Brieven aan Stella (19)




Lieve Stella,

Van vrienden op Kreta hoor ik dat het giet van de regen. Hier is het, zoals het hoort in deze tijd van het jaar, mooi weer. Ik geniet ervan op het terras van restaurant Inglis in de Ano Poli. Vanmorgen had ik een gesprek met Leonidas Michalis van University Studio Press, over een mogelijke vertaling van De 'reddende' revolutie van Djamila Zon. Hij is er beslist in geïnteresseerd, maar moet natuurlijk kijken of het financieel haalbaar is. De crisis, nietwaar, die alles beïnvloedende crisis, waarvan veel vooraanstaande economen zeggen dat de neo-liberale aanpak volstrekt de verkeerde is. Pas stond er nog een overtuigend betoog door Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz in de Guardian. De betonkoppen in Brussel, Berlijn en Den Haag trekken zich er niets van aan en gaan gewoon voort op de heilloze weg naar de catastrofe. Het is een wonder dat er in Griekenland nog geen burgeroorlog is uitgebroken. Ik ben allesbehalve gerust op de toekomst, maar voorlopig dansen we nog door op de rand van de vulkaan.

De gastvrijheid van je landgenoten lijdt er voorlopig niet onder. Mij werd zojuist voor een luttel bedrag een kloeke karaf raki geserveerd en de schotels zijn weer van een formaat dat ik het allemaal onmogelijk op kan. Gisteren ben ik te voet van Ano Toumba naar het centrum gegaan. Vóór Loxias ben ik even bij Emigré neergestreken, aan het begin van de Svolou, vlakbij de Angelaki. Daar kreeg ik bij mijn bier niet alleen de gebruikelijke chips en nootjes, maar ook de buurman, die een snackbar uitbaat, bood mij een schoteltje pita met rundvlees aan. Zomaar voor de aardigheid. Kom daar in Dordt eens om. Dat je bij Olympiada op het terras zit en de baas van Centre Ville je ook een borrelhapje cadeau komt doen.

Schuin tegenover Emigré, aan de Angelaki, staat een gebouw van de publieke omroep, die vorig jaar door de regering werd afgeschoten. Het is niet meer in gebruik, in tegenstelling tot dat aan de Leoforos Stratou, dat nog steeds door het voormalig omroeppersoneel, dat via het internet uitzendt, wordt bezet. Het is nog wel behangen met spandoeken die oproepen tot verzet. Ik werd er een beetje melancholiek van. De vergeefsheid en de wanhoop die eruit spreekt. De publieke omroep in Nederland mag zich ook zorgen maken vanwege alle ongefundeerde kritiek uit rechts-populistische hoek, maar de manier waarop de Griekse regering te werk is gegaan is hoogst bedenkelijk, om het mild te formuleren. 

Ik had nooit een hoge pet op van de kwaliteit van ERT en NET, al werd er op prime time nog weleens een interview met een dichter of een literaire documentaire uitgezonden, maar vergeleken met wat de commerciële, Griekse stations op de buis brengen, waren ze toch een beetje wat de VPRO is in het Nederlandse bestel. Ik zou jouw kritische commentaar weleens willen horen op wat er zo allemaal in Hellas gebeurt. Zonneklaar is in ieder geval dat van de juichende verhalen uit de koker van de regering, over het verbeteren van de economie, tot nu toe in het leven van alle dag niets te merken is. Tijdens mijn wandeling zag ik alleen maar nog meer winkels die de deuren hebben gesloten. Het is weer een wonder dat Loxias gistermorgen de huur voor deze maand kon betalen, omdat de avond ervoor plotseling een heel orkest van twintig man na de voorstelling binnen kwam vallen. Ze zijn tot vier uur in de ochtend blijven plakken, vertelde Sofia.

Loxias zit aan een wandelstraat, bij Emigré hoor en zie je het verkeer over de Angelaki razen. Ik moest denken aan het terras van Visser, waar dagelijks aan het eind van de middag een paar zielepoten op quads voorbij denderen om hun egootje wat op te vijzelen, terwijl de politie de andere kant op kijkt. Quads heb ik hier nog niet gezien, wel een overvloed aan luidruchtige motoren. Hoe kleiner de pik, hoe groter de herrie. Ik ben niet zo van hard aanpakken en verbieden, helpen doet het toch niet. Daarom sluit ik mij af voor dat kabaal en voel ik ondertussen enig medelijden voor zo'n sukkel. Het zou je partner maar zijn. Je ziet hier veel stelletjes op een motor. Hij vaak in een leren pak en soms met helm (al is het natuurlijk stoerder die niet op te zetten, maar aan je arm te hangen), zij meestal in een luchtig zomerjurkje en zelden een helm. En dan maar lekker zo snel mogelijk slalommen tussen de auto's.

Het meisje dat bij Emigré bediende was niet alleen heel vriendelijk, maar ook van een ongekende schoonheid. Als heer op zekere, licht gevorderde leeftijd dien je je plaats te weten, maar ik genoot werkelijk van haar aanblik. Jij kon mooie vrouwen ook wel waarderen. Hoe vaak stootte je mij niet aan en zei je: 'Kijk, daar gaat weer zo'n engelachtig mooi meisje.' Weet je nog dat ik eens een prijs gewonnen heb met een kort verhaal dat ging over de waardering die de Byzantijnse keizers hadden voor schoonheid van de vrouwen van Thessaloniki? Het stond, lang geleden alweer, in het e-zine Meander. Die keizers hadden er kijk op en ik ben natuurlijk niet voor niets met jou, een meisje uit Thessaloniki, getrouwd.

In gedachten, altijd,

Kees


Foto: auteur


Geen opmerkingen: