Lieve
Stella,
Ik
schijf je vanuit de bar van hotel Achilleion in Aspous op Skyros,
waar ik nu voor de zesde keer logeer. Een paar dagen genieten van de
rust, de bergen en het charmante stadje Skyros. Het bevalt weer goed
in het hotel van Roos en Nikos. Ik wandel veel, schrijf veel, lees
veel en drink veel. Gisteren op de platia
zelfs een jus d'orange. Wat had ik je graag meegenomen naar het
bijzondere Faltaits Museum, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt
over het eiland en de Egeïsche
Zee. Ze hebben er, onder veel meer, een bijzondere en kostbare
collectie oude boeken, maar geld voor conservering ontbreekt, zodat
ze met de jaren dreigen te verkruimelen en te vergaan. Als ik ooit de
Nobelprijs voor literatuur krijg, schenk ik een deel van de buit aan
het Faltaits. Jammer dat ik Nederlander ben en niet goed genoeg, twee
redenen om nooit voor die prijs in aanmerking te komen. Jammer voor
het Faltaits, zonder die prijs ben ik ook wel tevreden, tenminste,
zolang ik fit genoeg blijf om nu en dan naar dit heerlijke eiland te
kunnen reizen.
Jij
zou verrukt zijn van de decoraties in de foyer en de bar van het
Achilleion. Prachtig Skyriaans aardewerk. Tijdens onze huwelijksreis
kochten we op Skiathos, een van de andere Sporaden, een bord van
Skyros. Het hangt nog steeds aan de muur in Dordrecht. Daar komt, als
ik het Schrijfhuis verlaat, ook jouw keramiek naartoe. Die hele reeks
door jou beschilderde borden, waar ik zo graag en met bewondering
naar kijk. Er zijn op Skyros nog steeds werkplaatsen waar traditionele keramiek wordt vervaardigd. Ook in het Faltaits hebben
ze een grote collectie. Rondom het museum liggen moes- en
bloementuinen en twee openluchttheaters, een groot en een klein,
intiem. In de muren daarvan zit ook allerlei aardewerk ingemetseld,
wat een bijzondere sfeer schept, voor wie daar gevoelig voor is. In
de zomer wordt in die theaters van alles georganiseerd. Ik heb vorig
jaar geprobeerd een klein festival te op te zetten met de Dordtse
Dichterskring en een aantal Griekse dichters. Ben daarvoor nog een
keer op bezoek geweest bij de schrijver Pericles Sfiridis, die een
Thessaloniki woont, dicht bij het stadion van ARIS,
maar een flink deel van het jaar op Skyros verblijft. Ook heb ik
er met mensen van het museum over gesproken. Het is niet van de grond
gekomen. Het tijdstip, wij wilden in de meivakantie komen, lag voor
de Grieken moeilijk. Die hadden ook geen geld en op de e-mails die ik
naar het Nederlandse Letterenfonds stuurde om te informeren naar
financiële ondersteuning heb ik nooit antwoord gekregen. Ik probeer
nu met een groepje Nederlandse dichters en belangstellenden iets te
organiseren voor de herdenking van Rupert Brooke, de Engelse dichter
die op Skyros ligt begraven. Volgend jaar is het honderd jaar geleden
dat hij op een hospitaalschip bij het eiland overleed.
Ik
ben, evenals de vorige keren, met het vliegtuig gekomen. Vanaf
Thessaloniki vlieg je met een propellervliegtuig, waar een man of
veertig in kan. In de zomermaanden zal het wel vol zitten, maar in
het voor- en najaar zijn er minder reizigers. Dit keer waren wij met
z'n vieren. Ik ben een keer met Guus en Pita geweest, toen waren wij
de enige passagiers. Vorig jaar had ik een keer het hele toestel voor
mij alleen. Twee piloten en een stewardess om de heer Klok over te
vliegen, dat heeft wel iets. Het mooiste is natuurlijk om met de
veerboot te arriveren, in de haven van Linaria, maar om in Kimi, op
Evia, te komen, vanwaar de boot gaat, moet ik een te lange reis
maken. Dan moet ik eerst met de KTEL-bus
van Thessaloniki naar Chalkida, geen idee hoe lang die rit duurt,
maar ik schat al gauw een uurtje of vijf, en dan met een bus van
Chalkida naar Kimi. Daar ben ik dan hoogstwaarschijnlijk te laat voor
de boot, zodat ik er moet overnachten om de andere ochtend naar
Skyros te varen. Toen wij onze huwelijksreis maakten, in 1990, waren
er verbindingen met draagvleugelboten vanuit Thessaloniki naar
Skiathos, Skopelos, Alonissos en ik dacht ook Skyros. Ook vanuit
Volos kon je er naartoe varen, maar al die verbindingen zijn
opgedoekt. Lang voor de crisis, dus die kan de oorzaak niet zijn. Wie
weet zat de automobiellobby er wel achter. Die is ook grotendeels
verantwoordelijk voor dat idiote besluit, midden vorige eeuw, om
Thessaloniki van zijn tram te beroven. Ook vrijwel alle
veerbootverbindingen vanuit Thessaloniki, de tweede haven van het
land!, naar de Griekse eilanden zijn opgeheven. Op het internet vind
je nog hier en daar pagina's die een hele rij bestemmingen
aanprijzen, maar als je dan doorklikt om te boeken, is Thessaloniki
ineens van de kaart verdwenen. Er komen tegenwoordig af en toe
cruiseschepen, maar verder is het diepe treurnis wat de
passagiersvaart betreft. Het toerisme zou ervan profiteren als die
verbindingen er wel waren. Dan hoefden reizigers uit Midden-Europa en
van de Balkan niet nog eens vijfhonderd kilometer naar het zuiden te
rijden, naar Piraeus, om de boot naar een eiland te nemen, maar op
een vooruitziende blik wordt de Griekse overheid zelden betrapt.
Uitzondering op de regel is burgemeester Boutaris van Thessaloniki,
maar die kan het ook niet allemaal in zijn eentje regelen.
Het
weer is even uitzonderlijk mooi als vorig jaar, alleen waait het
minder. Zo midden in zee voel je altijd wel wat wind, maar nu is dat
maar een mild briesje. Wel lekker bij de wandeling van of naar
Skyros-stad (een minuut of vijftig), want er moeten enkele hellingen
worden genomen en dan is wat verkoeling niet onaangenaam. Overigens
word mij vaak een lift aangeboden als ik onderweg ben. Soms stap ik
in, als ik op de terugweg ben en moe word, maar meestal bedank ik
vriendelijk, want ik ben nog steeds bezig om mijn embonpoint binnen
de perken te houden, zonder dat ik er veel voor moet laten staan. Het
is wel een tikje vervelend dat er geen trottoirs zijn, want ook hier
rijden ze als bezetenen, maar goed, stoepen vind je vrijwel nergens
buiten de steden. In ruil daarvoor hebben we een prachtig eiland, de
zee, mooie stranden en een illustere geschiedenis, waarin piraterij
een grote rol speelt. In de oudheid woonden hier veel nimfen, zegt de
mythologie, waaronder Thetis, de moeder van Achilles. Aan de andere
kant van de heuvel waarop ik uitkijk ligt de baai van waaruit hij
uiteindelijk naar de oorlog om Troje is vertrokken. Die heet
uiteraard de Achillesbaai. Aan deze kant van de heuvel ligt de baai
van Aspous. Ik weet niet of er nog nimfen wonen op Skyros. Ik vrees
dat ze van lieverlee naar Thessaloniki zijn vertrokken om zich te
scharen onder die ontelbare hoeveelheid mooie meisjes daar, maar
daarover heb ik in een vorige brief al bericht.
Je
weet dat ik, ondanks dat ik de wijn liefheb, een man van reinheid,
rust en vooral regelmaat ben. Op Skyros eet ik 's avonds altijd in
hetzelfde restaurant, O Lambros, hier vlakbij. De keuken is
uitstekend, de mensen zijn bijzonder vriendelijk, de prijzen heel
schappelijk en als de wijn iets te gul heeft gevloeid kan ik bij
wijze van spreken kruipend naar huis. In Skyros-stad bezoek ik
verschillende terrasjes, maar meestal dat van Iroön
bij de platia,
waar ze mij inmiddels ook kennen en waar ik, net als bij O Lambros,
altijd een praatje heb. Alleen vandaag niet, want ik ben uitgenodigd
bij Roos en Nikos thuis. Fijne mensen, je had ze moeten leren kennen.
In
gedachten, altijd,
Kees
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten