Ze
kwam op een avond mee met de muzikant. Een opvallende verschijning.
Ouderwets, kort haar dat aan een Franse studente uit de jaren vijftig
deed denken. Evenals haar kleding. Zonder opsmuk, strak en overwegend
zwart. Nog net geen coltrui. Als ze sprak had ze het gezicht van een
verwachtingsvol, jong meisje. Als ze luisterde dat van een bezorgde
vrouw van middelbare leeftijd. Kinderen net in de puberteit, ouders
tobbend met kwalen.
De
muzikant zei dat hij was gestopt met roken en dat hij het volhield.
Zij stak de ene sigaret na de andere op. Journalist, zei ze, bij de
grootste krant van de stad. Nee, geen kinderen. Ze vroeg naar de
mijne. Ik vertelde haar over mijn boeken en vertalingen. In zei dat
ik weleens bij de krant op bezoek was geweest. We gingen op zoek naar
gezamenlijke bekenden. De dichter Thanasis Georgiadis, die de
redactie van Stella's bundel heeft gedaan. Bij een bevriend
hoogleraar had ze college gelopen.
De
muzikant pakte een gitaar van de muur en speelde ons zijn nieuwe
composities voor. Het werd ver na middernacht. We wisselden adressen
uit en telefoonnummers. Het roken maakte haar extra aantrekkelijk. Ik
vind rokende vrouwen vaak aantrekkelijk. Toen we afscheid namen pakte
ze de hand van de muzikant. Net alsof hij blind was en zij hem moest
leiden.
©Kees
Klok
Foto:
auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten