zaterdag, juli 07, 2012

Geen enkel verband


Op 3 juli 1987, drie dagen terug vijfentwintig jaar geleden, leerde ik Stella kennen in de eetzaal van Middlebrook Hall, aan de University of Minnesota. Het was ongeveer even warm als vandaag in Thessaloniki, waar we tweeënveertig graden in de schaduw halen. Toch hebben de schilders en stukadoors, die bezig zijn ons flatgebouw van binnen en van buiten op te knappen, vanaf zeven uur vanmorgen tot drie uur vanmiddag onafgebroken doorgewerkt. Straks, na de siësta, gaan ze nog een poosje door, tot het donker wordt. Morgen, zaterdagmorgen, staan ze weer klaar. Grieken zijn keiharde werkers, zolang ze niet in dienst zijn van de verguisde, maar als werkgever begeerde, overheid. Als ze even goed konden samenwerken als werken, zouden zij hun problemen een stuk beter kunnen oplossen. Eendrachtig samenwerken en zich ontdoen van een ooit nuttig instituut, maar nu een nationale pest, een verzameling verblinde zelfbevoordelaars, een deelbelangen najagend fenomeen: de vakbonden, zouden de gestage gang naar de afgrond kunnen helpen keren. Zeker als tegelijkertijd aan de kerk haar politieke macht werd ontnomen en er een belastingovereenkomst met Zwitserland kwam.

In plaats van dat Stella en ik deze week een feestweek houden, besprak ik vandaag met meneer Haris uit Theodósia welke graftombe hij gaat bouwen naast die van Stella's ouders en grootouders op het kerkhof aldaar en hoe de herbegrafenis van Stella, eind volgende week, wordt geregeld. Naar goed Griekse gewoonte gaat het allemaal op het laatste ogenblik en komt het zeker goed. Vier dagen voor ons trouwen, op 28 juli 1990, arriveerde ik met Stella en mijn ouders in Thessaloniki. De dag daarop gingen we de trouwerij regelen. Die vond keurig plaats op de voorgenomen datum, met daarna een diner en een feest voor zo'n tweehonderd gasten in een groot restaurant op een heuvel boven de stad. Niks een jaar van tevoren bespreken zoals in Nederland. Ook toen was het boven de veertig graden en het was de geboortedag van mijn grootvader van moeders kant. Enig verband kan ik niet aantonen, maar er bestaan warhoofden die in zulke dingen een patroon menen te zien. Waarom die herbegrafenis, is een ingewikkeld verhaal. Het heeft vooral te maken met het feit dat Thessaloniki anderhalf keer het inwonertal van Amsterdam heeft, dat men pas sinds kort mag cremeren in Griekenland en dat de plannen voor een crematorium de tekentafel nog niet hebben verlaten.

Het wordt een tombe van waardig marmer, maar zonder de tierlantijnen waar zoveel bewoners van het Middellandse Zeegebied dol op zijn. En haar achternaam komt erop met omega. Haar broers schrijven die met omikron. Fout van een halfgeletterde, via een bevriend politicus of vermaledijde vakbondsbons benoemde ambtenaar. Stella, taalkundige en zeer bekwaam in de etymologie, stond op die omega, ondanks alle bureaucratische strijd die dat soms opleverde. Zo nodig zet ik die namens haar voort. Vlak voor meneer Haris aanbelde kreeg ik een sms-bericht uit Nederland dat Gerrit Komrij is overleden. Net als Stella te jong. Hij woonde in Portugal in een dorp waarover hij een mooi boek schreef, dat ik ga herlezen. Ik heb hem maar een paar maal ontmoet. Eén keer samen met Stella, op een bijeenkomst in Utrecht. Toen ik Stella leerde kennen, brak ik mijn studie Portugees af om Nieuwgrieks te leren. Ik zie in dat alles geen enkel verband.



1 opmerking:

Marianne Gravendeel zei

Geen enkel verband?
Behalve dan het feit dat als je Stella nooit had ontmoet je ook nooit (?) nieuw Grieks was gaan studeren en daardoor nu geen Griekenland deskundige voor NOS Radio 1 was geweest? O ja, dan nu als Portugal deskundige met kennis aan overleden BN'er/schrijver?