zondag, juli 22, 2012

Vraag


Als Stella niet was overleden, zouden we een jaar of drie geleden voorgoed naar Griekenland zijn gegaan. Dat was ons plan. Of we het ook werkelijk hadden uitgevoerd, weet ik niet. Misschien hadden we het, gezien de economische omstandigheden, niet kunnen uitvoeren, of hadden we ons bedacht. Het wonen in Nederland, waarvan ze hoge, misschien te hoge, verwachtingen had gekoesterd, viel Stella tegen. Dat kwam in de eerste plaats door het klimaat. Tijdens de grijze herfst-, winter- en vroege voorjaarsmaanden miste zij de zon en het bijzondere licht van Griekenland. Hoewel zij voor Griekse begrippen een Pietje precies was, die altijd haar afspraken nakwam en altijd op tijd, kon ze niet goed tegen de mentaliteit van de agenda. Ze zei altijd: 'Als je met een vriendin koffie wil gaan drinken, dan bel je even en zeg je, “komt het uit? dan kom ik eraan,” maar je maakt geen afspraak met je agenda voor over veertien dagen.' Door het Nederlandse superioriteitsgevoel tegenover mensen uit Mediterrane landen werd ze soms diep gekwetst.

Stella was allerminst blind voor de goede kanten van het leven in Nederland. Ze voelde zich prettig in onze vriendenkring, wat het gemis van haar Griekse vrienden deels goedmaakte. Ze genoot van de waardering die ze langzamerhand kreeg als dichteres. Liever had ze die gekregen als vertaalster, wat ze voor haar gevoel in de eerste plaats was, maar in die hoedanigheid stuitte zij in Nederland op beroepsnaijver en kinnesinne. In Griekenland werden haar poëzievertalingen van ondermeer C. Buddingh' en J. Eijkelboom en haar prozavertalingen van F.B. Hotz en Levi Weemoedt, om een paar voorbeelden te noemen, wel op waarde geschat. Dichter, criticus en vertaler van ondermeer Joseph Conrad, Thanasis Georgiadis, prees haar vertaling van mijn boek Afrodite en Europa in verschillende artikelen de hemel in. Hij had zoveel waardering voor haar werk, dat hij na haar dood belangeloos de redactie op zich nam van haar postume bundel ατελείωτες νύχτες (eindeloze nachten). Even belangeloos vertaalde hij de inleiding die ik ervoor schreef, op verzoek van de uitgever. Inmiddels is haar poëzie in een aantal Nederlandse en Griekse bloemlezingen opgenomen. Het zou haar goed hebben gedaan. Ook de tuin deed haar goed. Die hadden we niet bij de flat in Thessaloniki. Wel een bos, op tien minuten lopen, maar geen tuin. Ze was er, als het weer het toeliet, met groot plezier in bezig. Ze genoot van haar rozen en de vele andere bloemen en van haar kruiden, die ze het liefst vers gebruikte. Dat beviel haar ook wel, dat ik ook met enige regelmaat kookte. Zij bijna altijd Grieks, ik bijna altijd Indisch, Indiaas of Surinaams. Tenslotte hield de innige vriendschap met mijn moeder haar op de been, evenals die met haar Roosendaalse 'zusje' Karla Boschma. Half Fries, half Oostenrijks, bonter kun je het niet maken, en dan als twee druppels water lijken op een Griekse en toevallig nog Nieuwgrieks spreken ook. Karla gelooft ook niet in de agenda, maar wel in de literatuur.

Stel dat we ons plan wel hadden uitgevoerd, zouden we het dan ook in Griekenland hebben uitgehouden? Het is een vraag waaraan ik steeds weer denk, maar die, zoals de essentiële vragen van het leven, nooit bevredigend zal worden beantwoord. Stella was altijd verdrietig als wij vanuit Griekenland terugreisden naar Dordrecht, maar als we daar ons huis binnenstapten, leefde ze op en riep ze blij 'spiti mou, spitaki mou!' (mijn huis, mijn huisje). In Nederland was al haar ergernis over de medebewoners van het flatgebouw, met hun herrie en hun troep overal, behalve over de eigen dorpel, snel vergeten. En zo waren er meer ergernissen, die snel wegzonken, maar die in Thessaloniki wel degelijk een rol speelden. Het a-sociale rij- en vooral parkeergedrag, de tekortschietende reinigingsdienst, het primitieve openbaar vervoer in de stad, de regelmatige onderbrekingen van water en stroom en het gebrek aan vakmanschap als we voor de zoveelste keer een loodgieter nodig hadden omdat bij de bovenburen, of bij ons, een leiding was gesprongen, of er weer eens een radiator lekte. Griekenland en vakbekwame loodgieters, is een contradictio in terminis. In Dordrecht bekeken we Griekenland met een roze bril en genoten we na van de heerlijke, zwoele avonden met vrienden, van de prachtige plaatsen die wij bezochten, van de overweldigende natuur, van de zon en van de concerten en theatervoorstellingen, vaak in de openlucht. Griekenland is een heerlijk land om vaak te zijn. Daarom komt steeds die niet te beantwoorden vraag weer op.


Geen opmerkingen: