De
grootmoeder van Y. hoorde op een dag hoefgetrappel in haar dorp in
Noord-Griekenland, maar ze had op dat ogenblik geen tijd om haar
fornuis te verlaten. Na enige tijd ontstond er hevig rumoer in het
kippenhok. Zij ging kijken en verstijfde van schrik. Later zei ze dat
zij de duivel had gezien. Het was een Sikh van het Brits-Indische
leger, die een kip probeerde te stelen. Dat leger vocht aan het einde
van de Eerste Wereldoorlog op de zuidelijke Balkan mee tegen de
Bulgaren en Osmanen. Volgens de geschiedenisboeken hield de strijd op
toen in oktober 1918 de wapenstilstand van Mudros werd getekend.
Geallieerde oorlogsbodems stoomden op naar de Bosporus. Daaronder was
het beroemde Griekse slagschip de Averoff. Een feit dat
nationalistische Grieken nog steeds met trots vervult. Wij hadden
geen slagschepen in Nederland. Wel twee slagkruisers, Hr.Ms. De
Ruyter en Hr.Ms. De Zeven Provinciën. Zij waren een goedkopere
versie van het slagschip. Heel Nederlands dus. De Zeven Provinciën
werd in 1934 in 'Ons Indië' door een Nederlands vliegtuig
gebombardeerd, omdat de matrozen zich van het schip meester hadden
gemaakt, uit protest tegen het verlagen van hun soldij door het
kabinet-Colijn. Het was crisis en er moest worden bezuinigd. Lonen
van ambtenaren en militairen werden verlaagd. Pensioenen en
uitkeringen, voor zover daar sprake van was, ook. Het leidde niet
alleen tot de muiterij op De Zeven Provinciën, maar ook tot het
Jordaanoproer, dat door het leger bloedig werd neergeslagen. Er
vielen doden en gewonden. Er was een politieke partij die in sommige
opzichten leek op de partij van Henk en Ingrid. Die heette NSB.
Acht jaar
later gingen beide schepen ten onder in de Slag in de Javazee. De
Nederlandse marine betoonde zich in die zeeslag uitzonderlijk moedig,
maar de fiere slagkruisers waren niet opgewassen tegen de Japanse
schepen met hun verder dragend geschut en tegen de torpedovliegtuigen
van de vijand. Luchtdekking, toen een voorwaarde voor een succesvol
maritiem optreden van die omvang, was al helemaal niet voorhanden.
Dit alles was ondermeer een gevolg van de bezuinigingsdrift van de
regering en van het heilige geloof in de Nederlandse neutraliteit.
Als wij ons niet met de wereld bemoeiden, bemoeide de wereld zich
niet met ons. Wat er nog over is van de vechtende en tuimelende PVV,
gelooft dat nog steeds. Veel SP'ers ook, vrees ik. De vloot die het in 1942 opnam tegen de
Japanners bestond overigens ook uit een aantal haastig
bijeengebrachte schepen van andere Geallieerden. Dat redde de buurman
van grootvader Klok in Rotterdam het leven. Hij voer op de Hr.Ms.
Kortenaer en kwam in zee terecht nadat dat schip was getorpedeerd.
Voor de haaien hem vonden, werd hij opgepikt door een Engelse
kruiser, in volle vlucht onderweg naar Australië. Die buurman, een
vriendelijke, witgekuifde, oude heer, stond in hoog aanzien in de
buurt. Ik vond het jammer dat hij geen verteller was, zoals mijn
varende grootvader Bekker.
Een groeiend
aantal historici ziet de Eerste en de Tweede Wereldoorlog
tegenwoordig als één spektakel, met een lange pauze tussen 1918 en
1939. Daar is iets voor te zeggen, maar tijdens die pauze waren er
toch allerlei zijzalen waarin men voorstelling gaf. Zo vochten de
Grieken en de Turken van 1919 tot 1923 nog een paar ronden hevig
door. De Grieken waren eerst aan de winnende hand, maar uiteindelijk
zegevierden de Turken. Dat was voor een belangrijk deel te danken aan
Mustafa Kemal (Atatürk), die werd geboren in een nog steeds bestaand
huis, hier in Thessaloniki, tegenover een Jugendstilcafé waar ik
weleens kom. Dan spreken we af 'bij Kemal.' Of dat café er toen ook
al was, weet ik niet, maar onmogelijk is het niet. Na die oorlog vond
de eerste, door twee staten overeengekomen etnische zuivering van de
twintigste eeuw plaats. Ruim een miljoen grieks-orthodoxen (1,2 is de
meest voorkomende schatting) moesten Turkije verlaten en bijna een
half miljoen islamieten Griekenland. Dat heeft tot veel persoonlijke
drama's geleid. Mijn Griekse familie spreekt nog steeds met weemoed
over het gebied, de Pontos in N.O. Turkije, dat de inmiddels
uitgestorven, oudere generatie moest verlaten. Diezelfde weemoed hoor
ik soms bij vrienden van Nederlands-Indische en Molukse afkomt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten