woensdag, november 23, 2016

Brief aan Stella uit Thessaloniki




Lieve Stella,

Na tien dagen wolken, met af en toe een spetter regen, zien we vandaag een streepje zon. Het werd tijd. Mijn humeur klaarde er van op, al ben ik van mezelf geen chagrijnig en klagerig type. Je zult mij ook nooit in een korte broek in de stad zien. De laatste keer dat ik dat deed, was ik een tienjarige padvinder. Nu, vijfenvijftig jaar later, is het dik herfst. De bomen zijn prachtig aan het verkleuren, maar het is wel de opmaat tot het seizoen van de dood. Demeter, die hier gewoon Dimitra heet, is weer op weg naar haar tijdelijk verblijf in Hades en je moet altijd maar weer hopen dat ze tijdig terugkeert.

Toen ik op weg naar het Varken langs de Experimentele School kwam, werd ik van achter het hek aangeroepen door een paar leerlingen: 'Meneer, meneer, onze bal ligt onder een auto! Die Mercedes daar!' Ik heb die bal onder de auto vandaan geplukt en hem met een zwierige boog, zoals een fan van FC Dordrecht dat doet, teruggeschopt. Die kinderen moesten eens weten, dacht ik, hoeveel voetstappen jij en ik op die school hebben liggen. Jij toen je er Engels gaf, wij samen ten tijde van de uitwisseling met mijn school in Dordrecht. Er werkt niemand meer uit 'onze tijd', neem ik aan. Als ik zou binnenstappen, zou ik vermoedelijk met enig wantrouwen worden bekeken. Welke docent kent onze namen en foto's uit het herdenkingsboek voor het vijfenzeventigjarig bestaan? Ja, jij staat nog wel in de lijst van (oud)docenten op de internetpagina, maar voor de huidige leerlingen is die tijd al bijna de oudheid. Zoals het gepraat over de oorlog, de breuklijn in het leven van mijn ouders, voor mij als kind de oudheid was. Ik moest zelf op zekere leeftijd geraken om te begrijpen hoe actueel die periode nog voor hun was en waarom hij eigenlijk altijd actueel is gebleven.

FC Dordrecht blijft een zorgenkind. Het vorige seizoen verliep tamelijk rampzalig en nu zit het weer in de kelder van de Eerste Divisie. Er wordt meestal wel met enthousiasme en inzet gespeeld, maar vaak is de selectie net een maatje te klein. Het is een jongensteam met beperkte ervaring. Wat zou helpen is een oudere speler met inzicht en een zeker pedagogisch overwicht, een soort Dirk Kuijt, maar dat kan Dordt niet betalen. Ik maak mij zorgen over degradatie naar de Tweede Divisie. Ik zou dan nog wel naar de wedstrijden gaan, maar ik vrees dat degradatie de doodssteek is voor de club. Althans in zijn huidige vorm. Dan moet de boel maar weer opgaan in de moederclub, DFC. Kan het stadion worden gesloopt, zodat de gemeente er villa's kan laten bouwen. Dat zo pakweg tweeduizend mensen dan hun tweewekelijkse wedstrijd zullen missen, zal de meeste raadsleden worst zijn. Er wordt regelmatig hoog opgegeven over Dordrechtpromotie en ja, er is van alles verbeterd in de stad, maar er blijven altijd een paar assepoesters. Ik denk dat het komt omdat het stadion aan de verkeerde kant van de spoorlijn ligt en Beter Voor Dordt niet Het Beste Voor Dordt blijkt.

Nu Loxias er niet meer is, kom ik regelmatig bij Baraka. Mooi uitzicht op het paleis van Galerius, muziek van Ross Daly, geen loeihard sprekende tavlispelers, maar op beschaafde toon pratende bezoekers, die soms gaan zitten schaken. Dat staat me weleens tegen in het verder mooie Prinkipos, die schreeuwende mensen en die veel te luide muziek, die dat tetteren noodzakelijk maakt. Zeg me niet dat dat de leeftijd is, want te harde muziek en geblèr in de kroeg staan me al vijftig jaar tegen, evenals die typisch Nederlandse afzeikhumor.

Overmorgen is het Ochidag en hebben we weer die parades. Zojuist denderden er een paar straaljagers laag over de stad. Er moet namelijk worden geoefend. Onderwijs en gezondheidszorg zijn grotendeels ingestort door gebrek aan financiën, maar voor dat soort vertoon is altijd geld te vinden. Desnoods betalen we de ambtenarensalarissen maar wat later. Vlak voor ik aankwam hebben de buschauffeurs bijna twee weken achter elkaar gestaakt, omdat hun salaris te laat werd uitbetaald. Geweldig voor de taxibranche natuurlijk, maar je zal als arme, autoloze bejaarde maar hier in de bovenstad wonen.

De Grieken worden trouwens steeds zenuwachtiger door de agressieve, nationalistische taal van de Turkse president Erdogan. Ze hebben natuurlijk al decennia ruzie met de buren over het continentale plat en de afbakening van het luchtruim en al die tijd is Turkije de agressieve, provocerende partij. Je zou van een NAVO-bondgenoot goed nabuurschap verwachten, bereidheid tot overleg en tot het desnoods voorleggen van de conflicten aan het Internationaal Gerechtshof, maar niets van dit alles. Turkije gedraagt zich hufterig, zoals de grootste jongen op het schoolplein die alle anderen met zijn vuisten intimideert. Omdat de Grieken even akelig nationalistisch zijn als de Turken, kan er gemakkelijk een explosieve situatie ontstaan, vooral nu Erdogan wel wat afleiding voor zijn binnenlandse problemen kan gebruiken. Die prachtige Egeïsche Zee als het nieuwe kruitvat van Europa. Ik ben er niet gerust op.

Gisteravond heb ik in Baraka koffie en tsipouro gedronken met Haido, die het laatste jaar in Loxias werkte. Ze is erg aangedaan door de sluiting. Niet alleen omdat ze haar baan kwijt is, op zich al een ramp in het Griekenland van nu, maar ook voor haar was Loxias een thuis. 'Ik loop nog steeds niet door de straat,' zei ze met tranen in haar ogen. Ze is op zoek naar werk, maar voorlopig moet ze thuis voor haar inwonende grootmoeder en haar zieke moeder zorgen. Ze vertelde dat ze lid is van een vereniging die de feestdagen van de Olympische goden in ere houdt, met bijbehorende rituelen. 'Niet die extreem-rechtse fanatiekelingen,' haastte ze zich te zeggen, maar meer een soort van theatergezelschap. Later op de avond voegden zich nog twee Loxianen, Giorgos (de liefhebber van Engelse literatuur) en Yiannis (de zwager van jouw oud-leerling Aïdarinis, de wijnmaker), bij ons. Het was goed hen weer te zien.

Vanmorgen koffie gedronken met Menelaos, in de citadel, waar we een aardig kafeneion vonden, met een mooie tuin. net achter de Byzantijnse muren. Daar heb ik voor de zoveelste keer het verhaal van mijn hartstilstand verteld. Het wordt routine, met steeds dezelfde grapjes, want je moet zulke dingen een tikje luchtig houden. Ik hoorde van Haido, die ook aan EHBO doet, dat er hoop en al twee AED's in Thessaloniki zijn. Als het klopt is dat wel erg weinig voor meer dan een miljoen inwoners. Ik heb in ieder geval geluk gehad dat het me niet hier overkwam, want dan had ik het vrijwel zeker niet overleefd, zoals Sofronis twee jaar geleden.

Na de koffie naar het Agia Sofiaplein gegaan, waar ik geld moest trekken. Daarna heb ik een tijdje in het Varken zitten schrijven. Ik herinner mij de eerste keer dat ik bij het Varken kwam, toen de zaak anders heette en nog niet was verbouwd. Het was het sjofele kafeneion waar veel gepensioneerde onderwijzers kwamen. Nu is het een café voor het sjiekere segment. Ik ga er al jaren 's morgens koffie drinken als ik in de stad ben. Dan kocht ik onderweg een paar kranten bij Newsstand, maar daar hadden ze vorige week ineens niets meer. 'Ik ga sluiten,' zei de eigenaar, met wie ik vaak een praatje maak. 'Ik kan het financieel niet meer volhouden.' Ik zag de kop van Dijsselbloem voor me, die weer eens beweerde dat het beter gaat met de Griekse economie. Ondertussen kan ik straks nergens meer een Guardian en een Times Literary Supplement kopen.

Toen ik gisteren een hapje ging eten bij Myrovolos Smyrni, kwam de baas tot mijn verbazing aan met een papiertje met Hebreeuwse woorden, die hij begon voor te lezen. Nu weet ik wel dat er regelmatig groepen Israëliërs komen eten, die hun wortels in Thessaloniki hebben, maar wat moet ík met Hebreeuws? Toen ik dat vroeg, bleek hij me te verwarren met een Israëliër die ieder jaar het filmfestival bezoekt en die nogal op mij schijnt te lijken. Ik word hier meestal wel voor buitenlander aangezien, wat ik ook ben, maar voor Israëliër, dat is nieuw. Ik droeg niet eens mijn zwarte, maar mijn bruine hoed. Ik vraag me af hoe lang deze zaak nog zal bestaan. Ze hadden wat tafels buiten (in de stoa), maar het binnengedeelte zat op slot. Van die tafels waren er maar twee bezet, terwijl het volop Griekse lunchtijd was. Het eten smaakte er niet minder om

In gedachten, altijd,

Kees

Thessaloniki, 25 oktober 2016

Foto: auteur




Geen opmerkingen: