Ik
was naar Amsterdam voor een heugelijke gebeurtenis. Een oud-leerling,
en inmiddels goede vriend, had zijn mastertitel in de geschiedenis
behaald. Waarom je in Nederland een Engelse titel moet halen, in
plaats van gewoon doctorandus te worden in het Latijn, de taal van de
wetenschap, heb ik nooit begrepen. Het zal de Hollandse drang om
internationaal te willen meetellen wel zijn. Het
minderwaardigheidsgevoel van het boertje uit de provincie dat een
keer de hoofdstad bezoekt. De Duitsers doen er niet aan en die tellen
in de wetenschap internationaal gewoon mee, evenals de Belgen en nog
wat naties die niet lijden aan Nederlandse schizofrenie: altijd
denken dat je jaren op de rest van de wereld vooruit loopt en altijd
denken dat je het lulletje van de Europese provincie bent.
Het
was een mooie ceremonie. De voorzitter van de examencommissie sprak
waarderende woorden, de professor hield een boeiend betoog over het
vak in het algemeen en de scriptie in het bijzonder en ook het
dankwoord van de laureaat mocht er zijn. Een en ander vond plaats in
het NIOD, waar je in de hal wordt begroet door professor doctor Lou
de Jong, die met een weids gebaar zijn boeken over Nederland tijdens
de Tweede Wereldoorlog uitstalt. Ik ken hem nog van de televisie.
Toen was hij altijd in zwart-wit en heette het NIOD nog
Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie.
Voor
wie het NIOD nooit bezocht: het is een stijlvol gebouw met een
interieur uit de late negentiende eeuw. Bijna, maar nog net niet zo
fraai als het academiegebouw van mijn eigen universiteit, de
Universiteit Utrecht. Daar kreeg ik lang geleden mijn bul uit handen
van Maarten van Rossem. In de tijd dat hij nog geen bekende
verschijning in de media was, maar al wel een geniaal en scherpzinnig
historicus. Ik zeg het er maar even bij, want die leutigheid bij zo'n
kwis als De Slimste Mens geeft weleens een vertekend beeld. Na afloop
gingen we eten in het Indische restaurant Kantjil en de Tijger.
Master of arts en doctorandus gelijkelijk genietend van ons koloniaal
verleden, dat uitstekend smaakte.
Foto:
Martin Damen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten