In 1976 verscheen Kees Buddingh's prijswinnende dichtbundel Het houdt op met zachtjes regenen. Het laatste gedicht, In Memoriam Beertje van M. eindigt als volgt:
Je weet, Beer, ik ben een vredelievend mens,
bijna even vredelievend als jij was, die net
als ik, geen mug ooit kwaad zou doen, maar soms, als ik
weer aan je denk, heb ik neiging om een machinegeweer
te stelen, de straat op te rennen en domweg
tussen al die vadsig-blozende gezichten
links en rechts om mij heen te knallen en luidkeels
uit te krijsen: 'Daar! Daar! Daar! Voor wat niemand
Beertje heeft aangedaan!'
Hij begrijpt het sentiment. Vooral als hij weer hoort over 'de Britse variant'. Als hij weer een viroloog, die nooit heeft geleerd over de grenzen van zijn of haar vakgebied te kijken, hoort over 'nog strengere maatregelen.' Hij prijst zich gelukkig dat hij even vredelievend is als Buddingh'.
Hij kent een man, alleenstaande zeventiger, oersterk, nooit ziek, die zich in zijn huis heeft opgesloten, murw gebeukt door de niet aflatende berichtenstorm in de media over corona. Hij komt alleen voor dag en dauw de deur nog uit om als een schuwe salamander naar de super te schieten. Dubbeldik masker op, in iedere zak ontsmettingsmiddel. Hij stuurt hem soms een bemoedigende kaart met: 'Ga gedichten lezen, voor het te laat is'.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten